Shasita Veerle Macy Horner - kennismaking
Het is koud voor de tijd van het jaar. Het regent en de waterplassen in de tuin worden gevoed met regendruppels. Gefascineerd kijk ik naar de stortvloed waar geen einde aan lijkt te komen, ik verbaas me elke keer weer dat er zoveel water uit de hemel kan komen vallen. Met mijn wang tegen het koude raam zit ik op de vensterbank van mijn kamer, de zoveelste kamer dit jaar.
Het is zomervakantie en ik zit samen met mijn ouders in een huisje in Londen. Zij hebben vrij genomen zodat we de laatste paar weken samen kunnen doorbrengen, voor ik naar mijn nieuwe school moet. Ik heb daar zo geen zin in! Omdat mijn ouders allebei voor hetzelfde bedrijf werken en veel moeten reizen, heb ik altijd thuis les gekregen zodat ik met ze mee kon. Maar mevrouw Witgens - mijn juf - is ziek geworden en kan mij geen onderwijs meer geven. Dus ik moet naar een internaat! Ik vind het echt afschuwelijk, hoe hebben ze kunnen bedenken dat het voor mij beter zou zijn?
Een traan rolt over mijn wang. Met een zucht veeg ik hem weg maar er komen snel nieuwe tranen bij. Met mijn vinger volgt ik een regendruppel op het raam naar beneden, tot hij verdwijnt. Mistroostig kijk ik naar buiten, mijn gevoel past precies bij dit neerslachtige weer. 'Was ik maar en regendruppel,' denk ik, 'geen gezeur en je kan je gewoon laten gaan. Of nee, eigenlijk niet, als regendruppel heb je ook geen rustig bestaan, steeds weer verder en verder en nooit eens rust. Waarom zit ik dan te janken? Ik mag blij zijn dat ik geen regendruppel ben! Je was toch zo blij toen je hoorde dat het reizen zou stoppen? Je had er toch genoeg van? Waarom huil je dan omdat je nu niet meer mee mag? Dit wilde je toch?' Ik zak weer terug tegen het raam en laat mijn blik over de tuin dwalen. Het is een kleine tuin omringt door een stenen muurtje. Tegen de muur staan rozenstruiken in volle bloei en in het midden van de tuin staat een grote appelboom. Rondom de appelboom staat een bankje, waar ik vanochtend nog van de zon zat te genieten.