Verlangen naar jou, zo intens
ik zag je staan, mooi, lang en rank
Kan dit niet aan,
ik ben maar mens.

Je ogen, mooi en bruin, een beetje dicht,
wanneer je lacht.
Je bent zo lief, al ken ik je niet
Maar deel met mij de nacht.

Nu loop je door, naar het perron
Stapt in de trein, naar Roozendaal
Vijf minuten, heb ik je gekend
Maar het was de moeite waard

Een hand op mijn schouder,
een zachte stem
Ik schrik, en ontwaak,
kijk om, een man, wat ouder
Ga jij met de tram?

Plots, de trein vertrekt,
zie hem nog even door het raam
een knipoog naar mij,
ik zag het echt.

"De tram, de tram", zegt de oude man
Hij lijkt verward,
ik ga met u mee, waar moet u heen?
Weet ik niet, ik ben alleen.

"Ik ook", zei ik.
En huilde zacht.

Gedicht verlangens