Je krijgt het niet cadeau

Wat hieraan vooraf ging

Verjaagd door de dwergen, dwaalt tropenkolder eenzaam door het sprookjesbos. Bij wie kan hij nu nog aankloppen?
Op een open plek ziet hij opeens een huisje van peperkoek. Nieuwsgierig komt hij dichterbij. Het huisje ziet er best aantrekkelijk uit. Zou hij hiervan mogen eten? Misschien een klein stukje van de chocolade dakgoot. In natte toestand zou dat best gevaarlijk kunnen zijn.
Op dat moment hoort hij een hoop rumoer aan de andere kant van de deur. Tevergeefs probeert hij door het marsepeinen sleutelgat te kijken.
Nadat het geschreeuw en gegil is verstomd, klopt hij zachtjes aan. De deur gaat open en hij ziet een jongen en een meisje staan.
‘Hallo!’ roepen ze. ‘Ik ben Hans en dit is mijn zusje Grietje.’
‘Aangenaam, mijn naam is kolder, tropenkolder.’
‘Grietje heeft net gekookt. Eet je een hapje mee?’
‘Wat eten we?’
‘Heksenstoofpot!’





Loading full article...