Een koldersprookje (14)

Wat hieraan vooraf ging


De tropenkolder keek ondertussen verlegen in het rond. Zeveel bekende sprookjesgezichten had hij nog nooit bij elkaar gezien. Tot zijn schrik bemerkte hij dat Doornroosje zich stilletjes van hem verwijderd had en in de andere hoek van de zaal stond. Daar liet ze zich de hemel in prijzen door een duidelijk aangeschoten gelaarsde kat.
Boven het geroezemoes van de drukke balzaal hoorde tropenkolder ineens een paar gilletjes. Hij keek waar het vandaan kwam en zag Sneeuwwitje en Assepoester helemaal losgaan op de dansvloer. Wat een spektakel!
Hij voelde zich betoverd door het magische tweetal. 
Zonder schroom schuifelde hij hun kant op. De muziek nam zijn lijf en leden over. Als een gevierd balletdanser mengde hij zich tussen de hossende massa.
Sneeuwwitje bleek onbereikbaar; ze werd goed in de gaten gehouden door een zevental kabouterlijfwachten. 
Daarop wendde hij zich tot Assepoester.

 

 


Loading full article...