Een sprookjeskolder (22)

Wat hieraan vooraf ging


‘Ojee, ik hoop dat we niet te laat zijn…’
De tropenkolder tuurde tussen de oren van Dombo door naar beneden. Hij zag de wolf juist het derde biggetje op de barbecue leggen.
De olifant wachtte niet langer en stortte zich als een baksteen op de wolf. Die kon slechts een gilletje voortbrengen voordat hij helemaal werd geplet.
Ondertussen hadden Timmie en de kolder het arme biggetje bevrijd. Die knorde tevreden. Slechts zijn billen waren een beetje verbrand.
Dombo stapte ondertussen van de wolf af. De huisomverblazer en biggetjesroosteraar was zo plat als een dubbeltje.
De kolder rolde de wolf keurig op en stak hem in zijn binnenzak. ‘Ik ga de jager maar eens opzoeken. Die heeft vast nog wel een cel over. Bedankt voor de hulp, jongens.’
Ze namen afscheid en de kolder zocht het huisje van de jager op.

 



Loading full article...