Terwijl ik in de wachtruimte van de fysiotherapeut zit, komt er iemand naast me zitten, die weet dat ik in het onderwijs werk. "Zo, lekker vakantie zeker?"

Ik merk dat ik geraakt word, door het woordje "lekker". Gunt deze persoon leerkrachten de lessenvrije tijd of is het een oordeel, omdat deze persoon géén vakantie heeft?
Ik besluit me er niet druk om te maken maar reageer wijs: "Ja, het is inderdaad een week waarin leerkrachten zelf mogen bepalen waar en hoe zij zichzelf en de lessen voorbereiden, zodat ze goed kunnen aansluiten op het kennisniveau en ontwikkelingsfase van de leerlingen. "

Met blik vol verbazing kijkt de persoon mij aan en vraagt zich hardop af of het werkelijk waar is wat ik zeg. "Ik dacht dat leerkrachten écht vakantie hadden, velen gaan immers skieen of naar andere oorden. Hoe bereiden zij zich dan voor? " Goede vraag. Ik leg uit dat het gaat om hoogopgeleide mensen die zelf verantwoordelijk zijn voor hun voorbereiding. Hoe ze dat doen en wanneer ze dat doen is hun verantwoordelijkheid, hoort bij hun autonomie.

De persoon vervolgt haar gesprek;

"Maar ik dacht dat #leerkrachten vooral met administratie bezig waren en moeten doen wat schoolleiders en besturen van hen verwachten en dat ze daarom even bij moeten komen in de vakantie, even geen werkdruk zeg maar. Even geen drukke leerlingen. Dus écht even vakantie. Zijn daar de vakanties dan niet voor?"

Ik hoef gelukkig niets meer terug te zeggen.....de fysiotherapeut noemt mijn naam.

Vertroebeld beeld van de leerkracht