#4: 'Ik wil er niet omheen maar ga eronder door, wil erboven staan terwijl het enige wat telt is dat de klok stil slaat op het moment dat jij naast me staat. Hoe harder ik het wil, hoe sneller het klokje doorgaat, onverstoord, omdat jij er niet meer bent die het stoppen kan. 'Ik jou ook' is te laat, slechts nog maar woorden met een tikkeltje verraad, het hart doorboord, waardoor jij er niet meer bent die het sussen kan. Vol met liefde, of met haat, maar 'ik ook van jou' zijn er een paar die het klokje weer doen tikken.'

#4