Vink, oh Vink, wat ben je mooi! En niemand die jou kent, en niemand die het weet. Een Vink klinkt zo gewoon, zo nietszeggend. Maar oh, wat ben je veelbelovend! Jouw geluidje in het voorjaar, je zogenoemde vinkenslag, is mijn persoonlijke voorbode voor een prettig jaargetijde! Ik word blij van jou, vooral jij man, in prachtkleed. Vink, oh Vink, wat ben je mooi. Je naam wordt misbruikt voor straatnamen, of als slavink en zelfs als blinde vink: maar nee, dat doet jou tekort, want ik vind je mooi! In vroeger tijden sprak Darwin al lyrisch over jou, in 1835; je maakt deel uit van de evolutietheorie. Maar nee, daar weet jij niks van. Blijf maar gewoon jezelf, want dan ben je op je best!

Gespot! Vink