Je hield me staande bij de brug,
ik kon niet vooruit of terug.
Het ging allemaal zo vlug...

Ik weet nog wat je vroeg;
"Wil je klappen hebben of wil je 't water in?
Een vraag die nergens op sloeg,
ik was nog maar een kind!

Ik kon niet kiezen, wat moest ik nu?!
Toen zag ik mijn kans, gooide m'n fietsje op straat,
en rende zo vlug ik kon,
naar een woonhuis, achterom.
Niet wetende of hij er nog staat.

Hij had twee fietstassen,
ben ik nooit vergeten.
En dan moet je weten,
hoe bang ik daarvoor was.

Met kloppend hart, elke dag
van school naar huis.
En altijd kijkend, ver vooruit
of ik die fietstassen weer zag.

Je hebt me nog jarenlang gepest.
Nooit had ik je iets misdaan.
Thijs, dit is nooit meer weggegaan.
Je was veel ouder, weet je best.

Ik was verlegen en jij was laf
Maar weet op een dag kom ik je tegen.
En zeker weten, .......................................


© Enriqué, blogs and more

Dit gedicht is niet fictief. Het jarenlang gepest worden speelde zich af in Giethoorn, van ong. 1981-1991

Zie ook: https://y.is/W9J3k, het blog van wakeupkitty over ellende die je kunt hebben van buren.


Pesten Gedicht Samengaan