

Er wordt op de deur geklopt, het is precies half één. Jochem draait de douchekraan uit. De kamerdeur gaat al open, zonder dat Jochem of Anne een antwoord hebben kunnen geven. Voor de deur staan drie donker geklede mannen, die met een handgebaar aanduiden dat ze hem moeten volgen. Een tweede man sluit vlak achter hen aan. Wat de derde doet kunnen ze niet zien. Gaat hij misschien hun kamer in? Het is maar goed dat ze die sokken en de wonderballetjes bij zich hebben, denkt Jochem bij zichzelf.
De man voor hen loopt naar het einde van de gang. Links herkennen ze de deur waardoor ze zijn binnengekomen. Rechts wordt een andere deur geopend. Weer een lange gang. Op het einde daarvan is een trap. Beneden gekomen gaat de zwijgende man hen voor naar een zaaltje. De man achter hen sluit zo snel achter hen aan, dat ze geen tijd of gelegenheid hebben even te blijven staan om iets van de omgeving in zich op te nemen.
Binnen in het zaaltje staan een aantal tafels in een kring opgesteld. De tafels zijn gedekt, plastic bordjes, kopjes. Messen of vorken liggen er niet. Bij de kopjes liggen plastic roerstaafjes. Op de tafel staan schalen met belegde broodjes. Ze zijn niet alleen. Peter Jansen zit aan het hoofd van de tafel, verder zitten er nog drie mannen en één vrouw, die wat bedrukt kijken. Peter Jansen wijst. ‘Ga zitten.’ Aan de rechterkant zijn twee stoelen naast elkaar. Jochem en Anne gaan zitten. Precies tegenover hen zitten een vrouw met lang, blond haar en een oudere man. Aan een andere kant zitten twee mannen, die elkaar steeds even aankijken. Misschien een stelletje, denkt Anne.
De balletjes in Jochems broekzak pulseren, het is niet waarschuwend meer, het lijkt meer op alarmerend. Het is stil in het zaaltje, je kunt een speld horen vallen. Dat duurt even, maar Jochem heeft niet zoveel geduld. ‘Vertel nou eens…’ begint hij. Maar een gebaar van Jansen legt hem het zwijgen op. ‘Nog niet!’ het klinkt hard en autoritair. Jochem haalt eens diep adem. De maat begint nu wel heel vol te lopen! Jochem gaat staan ‘Nou is het genoeg,’ gaat Jochem door, maar opnieuw hoort hij het autoritaire ‘Nog niet!’ Twee stevige handen op zijn schouders drukken Jochem opnieuw op zijn stoel.
‘We wachten nog even. Er komen nog twee bezoekers.’ Deze aanvulling van Jansen klinkt zachter, verontschuldigend bijna.
De deur gaat opnieuw open. Weer laten streng kijkende zwart geklede mannen nieuwe bezoekers binnen. Twee vrouwen, een oudere en een jongere, kijken verontrust de ruimte in. De oudere is gekleed in een soort mantelpakje, de jongere draagt een spijkerbroek en een truitje met wat teksten erop. Jansen gebaart de nieuwe gasten ook te gaan zitten, zelf gaat hij staan ‘En nu, vrienden, tijd om te lunchen. Neem broodjes, zoveel als je lust. Mijn personeel komt met koffie, thee of vruchtensap. Na de maaltijd spreken we over zaken.’ Hij gaat weer zitten.
De mensen aan tafel kijken de kring eens rond. Een enkeling haalt de schouders op en grijpt naar de schaal met broodjes. ‘Nou, smakelijk dan!’ roept de oudere man aan de overkant. Hier en daar mompelt iemand hetzelfde. Ook Jochem en Anne pakken ieder een broodje. Niet echt heel vers, maar toch prima te eten.
(c) 2017 Hans van Gemert
Afbeelding: Pixabay
