


Het bospad lag volledig in het duister. Overdag al waren bezoekers hier zeldzaam, maar als het donker was waagden bewoners van Kolderveen zich hier niet. Toch waren geluiden van schuifelende voetstappen onmiskenbaar. Twee egeltjes zaten vlak bij elkaar en hoorden, verscholen onder de takken, het geluid komen en weer gaan.
‘Ik kan met jou naar het einde van de wereld dansen’, klonk zacht de oude stem van Teun.
Op dat moment opende Marie haar ogen en keek in het donkere duister. ‘Daar zijn we al, geloof ik.’
‘Jij verlicht mijn ziel, mijn leven’, gaf Teun als antwoord.
‘O, Teun! Het is alsof ik in een sprookje zit.’
‘Wie weet, wie weet!’
‘Ik wil niet meer naar Tropenvreugd!’
‘Tropen-ellende, bedoel je.’
Als antwoord drukte Marie zich wat steviger tegen Teun aan.
En toen, zweefde er nu een lichtje hun kant op?
(c)2017, Hans van Gemert
Afbeelding: Pixabay


