Mag ik je nog eens hebben?
vroeg ik.
Hebben als vanouds
toen hebben nog hebben was?
En niet voor maar even,
maar voor altijd? Zogezegd.

Er is — zo schijnt het mij —
nog weinig echt hebben.
Zelfs willen hebben.
We leven meer van ruilen.
En van wisselen.

Het lijkt of hebben,
echt hebben, hebberig hebben,
niet meer mag,
hebben moet nu vrijblijvend ...

Ja, zei je, heb me nog eens.
Graag, voegde ik eraan toe.

Geert De Kockere

Hebben