We zijn weer in de Drôme. Op kruidenstage. Klassiek gaan we op maandag de markt in La Motte bezoeken. Hier staan in de winter 3 kraampjes, in juli zijn dit er zowat 50. Bakker, visverkoper, groenteman en bioboer, maar nu ook zwarte mensen met felgekleurde Franse voetbalsjalen, matrassenverkopers, kraampjes met knoflookraspen, lavendelkitsch en andere kleurrijke kleding . Een compleet allegaartje maar ook het publiek is natuurlijk een compleet allegaartje. Mezelf incluis.

Maar ons gaat het vooral om de wandeling die we daarna in Cornillon sur Oule maken. Rond de rots van de kasteelruine. We vertrekken bij het versterkt kerkje van Cornillon sur Oule, een grindpadje naar boven leidt naar de ruïne, maar wij nemen het bredere grindpad links naar beneden. We komen al direct bij de moerbeibomen, die met hun rijpe braambesachtige vruchten het grijze grind verkleuren. We plukken en eten er wat van. De bladeren laten we wel staan, al zijn die in het verleden ook als medicinale thee in gebruik geweest. Ze hebben enige bloedsuikerverlagende werking en kunnen dus tegen ouderdomsdiabetes gebruikt worden. Nog bekender is de witte moerbei waar de zijderups zich te goed aan doet.

Naar de kloof

We dalen verder naar de Oule, de rivier die hier in de loop der eeuwen een mooie kloof heeft uitgesleten. Op de gruishelling aan de rand van de brug groeien nog enkele Gele hoornpapavers, hun bloemen zijn praktisch uitgebloeid maar de zaaddozen trekken toch de aandacht. Aan die lange gekromde peulen heeft de plant waarschijnlijk zijn ‘hoorn’naam te danken. We volgen de rivier en wandelen recht op de ingang van de kloof af. We moeten nu het water door, meestal is hier de diepste plaats, nu komt het water maar halfweg tot aan onze knieën. Al hangt dat wel van de knieën af, 4 jonge meiden met lage knietjes zitten er wat dieper in maar stappen er toch dapper doorheen.

We zijn nu volledig omringd door hoge kalkrotsen. Na nog een oversteek komen we bij een bron met miniwaterval, omringd door de vochtminnende Venushaar. Een meditatief tuintje op zich. Een bron voor eeuwige jeugd. Hier picknicken we. Na het eten van brood en kaas zigzaggen we verder door de kloof. De plantengroei langs het water is niet echt uitbundig, maar op de droogste plekken en in de rotsen vinden we wat Gamander en de tijm van de Drôme, Thymus vulgaris chemotype linalol. Het klinkt wel erg heilig, maar is niks anders dan de keukentijm die we allemaal kennen, alleen bevat de etherische olie in deze variëteit een zoetere stof, linalol genaamd in plaats van de scherpere thymol, die we kennen als de echte tijmgeur. Kinderhanden vinden nog een mooie, dode vlinder, die er ondanks de dood nog vlindervrolijk uitziet. Voor even dan toch!

Naar de bron


Op deze ‘kruiden’wandeling komen we vooral ook voor het element water. We naderen de uitgang van de kloof en komen bij de esoterische waterval, die ergens boven in de rotsen zijn oorsprong heeft. Het genot en de conditie van de jongsten zet er mij toe aan om naar de bron van de waterval te gaan. In de rots bij het vernevelend water loopt een geheim pad. We klimmen eerst door een vochtig, rijkelijk begroeid paadje met overvloedig veel Venushaar en Cirse de Montpellier, om daarna een grinderig spoor op te draaien recht naar boven. De kinderen kruipen op handen en voeten als jonge gemsjes naar boven. En ik die dacht de enige oude gems in het gezelschap te zijn. De 'oudjes' hijgen en zweten achter ons aan. Hoger en hoger naar ons verborgen plekje.  Maar we moeten eerst nog een geheime poort van reuzenriet langs, de Canne de Provence. Daar achter, nog één gevaarlijk klimmetje langs diepe rotsen, dan staan we op een vreemde vochtige kam. We waden nog even langs geurende munt en krassende bramen en dan staan we in…. de grot van de bron. Water stroomt zonder borrelen achter uit de grot, alsof het zomaar ontstaat. Alsof hier het wereldwater geboren wordt. We worden allemaal even stil. We voelen de eeuwigheid.

Planteninfo


Venushaar / Adiantum capillus veneris: Adiantum komt van het Griekse adiantos, ou (niet) en diano (nat), niet nat dus, omdat het blad waterafstotend is. Vroeger medicinaal gebruikt voor de luchtwegen en natuurlijk voor een gezonde haardos. Bekend was ook de ‘Sirop de Capillaire’ tegen longproblemen.

Arundo donax / Canne de Provence: Van dit reuzenriet, dat zoals de Franse naam zegt vooral in de Provençe groeit, worden de beste mondstukjes of blaasrietjes voor klarinetten, fagotten et hobo’s gemaakt.

#wandelen #kruiden #kruidenstage #frankrijk  #Cornillon