hond
We zitten met z'n allen aan de tafel te genieten van een uitgebreid ontbijt.
Hij weet dat hij het niet mag, maar tòch wurmt Casper zich onder tafel om op zoek te gaan naar kruimels. Ik hou de kinderen scherp in de gaten, zij zijn het die de hond dit geleerd hebben.
Cas vergist zich in persoon en komt bij mij bietsen. Zijn lobbes-kop legt hij op mijn schoot, hij kijkt me met zijn meest verliefde blik aan. Ik kijk het monster aan en zucht...; waarom had ìk vroeger niet zo'n bakbeest?