Een andere kijk dan normaal op mijn reis naar school.

Kwart voor 6 ’s ochtends. Een scherp en zeurend geluid laat mij ontwaken uit mijn slaap. Vaak voelt mijn hoofd nog als een zware, lege massa en zodra ik mijn ochtendvriend a.k.a. wekker heb gesnoozed slaap ik zo weer. Uiterlijk 10 over 6 is het dan wel echt tijd om mijn bed uit te strompelen en vervolgens nog vijf minuten beduusd in mijn kamer te staan. Tijd voor school. Als ik om kwart voor 9 moet beginnen op school, stap ik om 10 voor 7 op de bus. ’s Ochtends is het vaak haasten, want ik wil altijd zo lang mogelijk verstopt blijven liggen onder een heerlijke warme laag dekens.

Zoals gewoonlijk heeft de 121 richting ’s Hertogenbosch een paar minuten vertraging. Oftewel, ik had een paar gouden extra minuten in bed kunnen liggen. Niet dat het me dan nog heel veel uitmaakt, want zodra ik eenmaal buiten ben en aan mijn tocht naar school begin ben ik gelukkig al aardig wakker. Als de bus het hoekje van de straat om komt rijden tuur ik altijd al even naar binnen, op zoek naar een plekje. Of ik nou alleen of naast iemand moet zitten, plek is plek! Instappen, inchecken en op naar Den Bosch. In de bus is het vrij rustig op dit tijdstip. Het zijn vrijwel alleen maar studenten die nog een aardig reisje moeten maken voor werk of school. De meeste van hen staren naar buiten of hebben zichzelf slapend comfortabel gemaakt in een holletje van een jas en sjaal. Ook ik zak een beetje onderuit, stop mijn roze oortjes in mijn oren en doezel nog een beetje weg.

De reis naar Den Bosch is simpel; weinig haltes en lekker rechtstreeks. Je staat er dan ook zo! Eenmaal in Den Bosch heb ik twee keuzes. Óf ik ga rennen en doe een poging om de trein van 07:27 te halen, óf ‘take it easy’ en wacht op twee klasgenootjes. Dat laatste wordt het meestal. Het is gezellig om alvast samen met anderen je dag te beginnen, zeker als je zo lang onderweg bent.

Als je op het station in Den Bosch even goed rondkijkt zie je pas hoeveel verschil er zit in de mensen daar. Mensen die chagrijnig voor zich uitstaren, mensen die al vrolijk een ochtendpraatje maken, mensen die een muur om zich heen hebben gebouwd en in een lichtgevend beeldscherm (telefoon) gevangen zitten, mensen met 3 koffers op sleeptouw, mensen, mensen, mensen. Als je eens goed naar al die mensen kijkt, valt je pas op hoeveel verschil er is. Iedereen is uniek. Ieder persoon heeft een eigen uitstraling, een uniek lichaam, een uniek gezicht. En hoeveel verschil er in culturen zit, wauw! Zo liep ik ’s ochtends alsof ik oogkleppen op mijn ogen had gauw naar mijn trein, zo deed ik het nu eens rustig aan en nam ik de tijd om wat rond te kijken. Zoveel mensen. Het viel me nooit zo op, maar nu zag ik pas in hoeveel verschillende groepen mensen in te delen zijn en bij hoeveel groepen mensen wel niet horen! Van welke cultuur je ook komt, je bent uniek, iedereen is uniek. Ieder persoon daar bij het station heeft iets wat hem of haar onderscheidt van alle andere personen die in de ochtenduren op een trein of bus staan te wachten.

Via het lange geel-wit-blauwe voertuig vervolg ik mijn weg naar Tilburg over de rails. Eenmaal in Tilburg is mijn laatste overstap die op de bus. Lijn 1, 5 of 11. Het volledige perron staat op dit tijdstip vol met studenten, allemaal op weg naar school. De een is al twee uur onderweg, de ander pas 10 minuten. Het lukt mij en mijn klasgenootjes toch al vrij gauw om een plekje in de bus te bemachtigen. In de bus ving ik iets moois op. Voor mij zat een glazen ruit, waarin ik de mensen achter mij zag weerspiegelen. Via het glas zag ik achter mij een oude vrouw zitten, waar een studente naast ging zitten. Wat mijn aandacht trok, is dat de studente gelijk een vrolijk gesprek met de oude vrouw aan ging. Zelf had ik het idee dat de vrouw een beetje overdonderd was, want ze leek eerst niet goed te weten wat ze zou reageren. Naar mate het gesprek vorderde kon ik via het glas zien dat de vrouw opleefde en twinkelende ogen kreeg. Ik moest glimlachen. Wat mooi eigenlijk, dat deze twee verschillende generaties, aan het gesprek te horen totaal vreemden van elkaar, samen een leuke reis maakten in deze bus. Het valt me op dat mensen niet gauw tegen elkaar praten. Waarom eigenlijk niet?

Dan wil ik nog iets noemen wat me in het algemeen vaak opvalt als ik in de bus zit. Zelf zit ik vaak vrij ver naar achteren in de bus, want ik vind het leuk om over de reizigers uit te kijken. Regelmatig zijn er nog best wat plekjes vrij, maar niet meer zo dat je alleen kunt zitten. De stoelen in de bus zijn allemaal twee aan twee en bij iedere tweezits zit dan wel één peroon, maar is er ook nog een stoel vrij. Veel mensen gaan daar niet zitten. Ze gaan staan. Waarom? Als je een half uur moet staan in de bus terwijl er een stoel vrij is, waarom ga je dan niet zitten? Is dat eng naast iemand die je niet kent? Wil je dat niet? Heb je ruimte nodig? Ik vraag het me vaak af. Vooral ook omdat ik een persoon ben die iedere stoel opzoekt waar ik ook maar kan zitten. Is onze samenleving zo veranderd dat we zoveel personal space nodig hebben? We zoeken een plekje op waar we lekker veel ruimte om ons heen hebben en zonderen ons af door onze neus in onze telefoon te stoppen of oortjes in onze oren te stoppen.

Loading full article...