Tijdens ons uitstapje met de Museumstoomtram hebben we ook een bezoekje gebracht aan het Bakkerijmuseum te Medemblik. Van buitenaf lijkt het maar een klein winkeltje. Schoorvoetend stap ik binnen, waar een medewerkster ons opwacht met een schaal boterkoekjes, die in het museum zelf worden gebakken. Dat begint goed! 

Met de Museumjaarkaart mag je gratis naar binnen, anders betaal je 6,50 euro per persoon.

Daarna stap je het museum binnen, dat toch groter is dan verwacht. Een van de eerste dingen die je ziet, is de welbekende Abrahamkoek met de uitleg erbij. Als je vijftig werd in West-Friesland, kreeg je traditiegetrouw een Abraham, meestal gemaakt van (gevulde) speculaas of taaitaai. Vrouwen kregen ook een Abraham als ze de leeftijd van vijftig hadden  bereikt. Na de emancipatie krijgen vrouwen een Sara.

Ook zie je een hele verzameling speculaasplanken en de geschiedenis van taart. Taart was vroeger alleen bestemd voor de rijkere bevolking.  Pas na 1960 kregen de mensen meer geld en konden 'gewone' mensen zich ook taart veroorloven.

Je komt langs een ruimte waar allerlei bakkersattributen staan uitgestald, waaronder zelfs de zogenaamde bakkersfiets en een oude weegschaal. Je kunt er een oud bestelboek inkijken en er ligt een zwaar audioboek dat je de geschiedenis vertelt achter veel bakproducten, zoals traditionele Sinterklaas-lekkernijen. Je kunt zelfs de luchtjes ruiken van een ouderwetse bakkerij door (voorzichtig) in een paar flesjes te knijpen. 

Loading full article...