Alzheimer: Achterdocht
"That's her!" schakelt mijn moeder middenin ons gesprek automatisch over op het Engels. "She's the komwatishetwoord. Do you understand?" Haar buurvrouw, voor zover ik haar ken een vriendelijke zachtaardige dame, plaatst haar rollator vlak naast mijn moeder en vraagt: "is dat uw dochter?". Mijn moeder lacht trots. "Dat is mijn dochter. We gaan gezellig wandelen. Als zij tenminste de weg weet." De buurvrouw wenst mijn moeder en mij veel plezier en schuifelt verder. De gezichtsuitdrukking van mijn moeder verandert subiet. "Voor haar moet je uitkijken. Ze komhoenoemjedatookalweer, hè, ik kom niet op het woord. Ze sleet. Ze heeft lange vingers. Al mijn spullen verdwijnen en dat komt door haar."
Sinds een paar weken slaat bij mijn moeder de achterdocht toe. Als ze voor de zoveelste keer iets kwijt is, is dat de schuld van haar buurvrouw. En als we het gezochte later terugvinden dan heeft de buurvrouw het zeker stiekem teruggelegd. Gelukkig beschuldigt ze de vermeende dader niet recht in haar gezicht. Ze doet haar beklag louter bij ons en de verzorging.Â
"En  op dinges ben ik boos," zegt ze. "Jeweetwelwie,  ik kom even niet op zijn naam. Die lange die bij mij hoort, die man van mij. Die zit nu lekker in mijn huis met al mijn spulletjes. Hij wilde zeker van me af." Ik leg haar uit dat thuiswonen helaas niet meer ging, door haar Alzheimer. En dar ik snap dat ze daar boos om is. En dat het goed is dat ze daar over praat. En dat het fijn is dat hij haar elke ochtend en middag opzoekt en mee naar buiten neemt. Mijn moeder schudt haar hoofd. Hij komt nooit meer en heeft vast een ander, vermoedt ze. Ik verander het onderwerp. Want hoe graag ik haar gerust zou stellen, ik weet dat dat me niet lukt.
"Doe je voorzichtig?" vraagt mijn moeder voordat ik naar huis ga. "Als je die vrouw ziet moet je snel weggaan, want ik trouw haar niet." Ik beloof dat ik zal uitkijken. "Want ze heeft lange vingers," zegt mijn moeder. "Ze sleet."
Enkele jaren geleden werd er Alzheimer bij mijn moeder geconstateerd. Zij woonde toen nog thuis. Sinds 2017 schrijf ik haar ziekte van me af.