Het was bewolkt weer maar hier en daar kwam er wat zonlicht aan te pas. Eerlijk gezegd had de treinreis mij een klein beetje moe gemaakt want ik gaf een enorme geeuw. De andere wandelaar naast mij heette Wolf en kwam uit Duiven, dat ik wist nog van de vorige tocht bij Wageningen. Zijn lange benen waren voor mij geen nieuwe verschijning meer evenals zijn baard die duidelijk als stoppels omschreven konden worden. Een andere dertiger met bril en dikke benen liep eerst nog wat rondkijkend op het lege perron en vond ons uiteindelijk naast de kaartautomaat in het wachthuisje. Achter het wachthuisje bevond zich een klein hebbedingetjeswinkel dat op deze zondagmorgen helaas gesloten was. Om elf uur was de afspraak om met z'n allen te vertrekken vanaf de kaartautomaat, naar een plaats die je winters en met een blaasinstrument zou kunnen aanduiden. Het laatste was eigenlijk niet van belang maar de winter sprak voor zich.

We liepen over het kleine industrieterrein dat een aantal vierkant-achtige fabrieken bevatte met bekende merken als naam van de onderneming. Dat was nu natuurlijk niet van belang, wel het weiland dat daarachter kwam want het was uitermate lichtgroen. Niks bijzonders zou je denken, maar het geluid van een blaffende hond deed onze oren spitsen om even te kijken naar rechts waar een leeg hondenhok stond opgesteld naast een groot huis. Spannend was het niet te noemen, want de hond stond verderop bij de achterzijde van het huis.

Bij het pad van aarde en zand werd het opeens asfalt, maar niet om de bebouwde kom in te gaan. Langs het huis ging het tijdelijk even naar links om vervolgens met een haakse bocht een graspad in te verkennen. Rechtsachter was nog hetzelfde huis te zien, ditmaal met het achtererf dat er rommelig en onverzorgd uitzag. Wolf was druk met praten zonder zijn ingewikkelde GPS, die had hij tijdelijk uitgeschakeld en achter zijn rug gehangen aan het hangkoord. Althans, ik dacht dat hij aan het praten was, want het mompelen met Annemarie leek erg veel op een geheim complot. Alsof de leider iets spannends aan een spion wil vertellen die het niet zal verraden aan de rest van de aanwezigen.

Na een half uur kwam het tot stilstand bij een gesloten fietswinkel. Toevallig had Annemarie na het gemompel met Wolf uitgelegd, dat zij hier haar aangepaste fiets liet keuren door de monteurs, waarvan een gebruikelijkere was dan een tweede. Dat was voor mij wel duidelijk, want ik vond de fietswinkel er klein uitzien, maar het achterliggende erf bevatte waarschijnlijk meer tweewielers en aangepaste onderdelen voor fietsen. Dat we stil stonden was dan ook niet om tegen een gesloten fietswinkel aan te kijken, maar omdat Wolf een hectisch telefoontje had gekregen. Bij de kaartautomaat naast het wachthuisje ontbrak een persoon die er nog steeds niet was. Wolf sprak hoorbaar moeizaam tegen de mobiele telefoon waar aan de andere kant van de lijn iemand onrustig aan het praten was. Wolf had de luidspreker van de telefoon niet aangezet maar de stem aan de ander kant van de lijn klonk wild. "Jaja, en nou staan wij hier naast een gesloten fietswinkel met alleen onze wandelbenen" sprak Wolf. Na enkele minuten legde Wolf zijn mobiele telefoon terug in zijn broekzak en slaakte binnensmonds een zucht. "Héhé, wat een rare vrouw met dat zogenaamde chinees accent, dat is mij eerder voorgekomen. Die heeft duidelijk te lang uitgeslapen zeg." De hele groep keek even naar Wolf en keerde toen met de rug naar de gesloten fietswinkel. Wandelen was nu belangrijker en Wolfs telefoontje zou nog bepraat worden tijdens deze tocht. En zelfs dat laatste was nog niet zeker.


Loading full article...