Apenheul: Geelborstkapucijnaap
De geelborstkapucijnapen vind je tegenover de slingerapen bij de Amazonia brug.
Hun naam zegt het al een beetje: geelborstkapucijnapen hebben een goudgele vacht op hun borst, buik en bovenarmen. Het zijn middelgrote apen met een rond hoofd en een stevig lichaam. Ook hebben ze een opvallend lange staart die ze veel gebruiken tijdens het klimmen.
Geelborstkapucijnapen leven in het Atlantische regenwoud van Brazilië (Zuid-Amerika). Het zijn heel sociale apen. Ze leven in groepen variërend van tien tot dertig dieren met meerdere mannetjes en vrouwtjes in een groep. Stil zitten is er bij deze apen niet bij. Ze zijn van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat actief en druk met allerlei dingen, zoals het zoeken naar eten.
Geelborstkapucijnapen gebruiken verschillende geluiden om elkaar dingen duidelijk te maken, zoals grommen en schreeuwen. Ook gebruiken ze gezichtsuitdrukkingen om met elkaar te communiceren. Geelborstkapucijnapen zijn heel slimme apen. Ze weten bijvoorbeeld hoe ze hulpmiddelen (gereedschap) kunnen gebruiken. Ze slaan noten kapot op stenen als een soort s hamer en aambeeld en stokjes om kleine prooidieren te pakken te krijgen. Verder smeren geelborstkapucijnapen zichzelf in met bladeren van sterk geurende planten. Dit doen ze om vervelende insecten op afstand te houden, het is dus een soort anti-insectenspray (deet).
Geelborstkapucijnapen krijgen ongeveer om de twee jaar een jong. De andere vrouwtjes in de groep mogen het kleintje af en toe ook dragen, zodat de moeder wat rust heeft. De kleintjes drinken ongeveer een jaar bij hun moeder. Als de vrouwtjes ongeveer vier jaar zijn, zijn ze geslachtsrijp. Mannetjes van deze leeftijd verlaten dan de groep waar ze geboren zijn. Zij sluiten zich dan bij een andere groep aan. Vrouwtjes blijven in de groep waar ze geboren zijn.