Apenheul: Leeuwenstaartmakaak
In Apenheul leefde jarenlang een leeuwenstaartmakaak met diabetes: Billy, de leider van de groep. Iedere ochtend kreeg hij zijn insuline-spuit. Hier was hij speciaal voor getraind. In 2017 is Billy op 27-jarige leeftijd overleden.
Leeuwenstaartmakaken hebben een zwarte vacht. Je herkent ze aan de grijze manen rondom hun gezicht. Hierdoor worden ze ook wel baardapen genoemd. Aan het einde van hun staart hebben ze een klein kwastje. Deze staart lijkt een beetje op die van een leeuw en vandaar de naam ‘leeuwenstaartmakaak’. Bij leeuwenstaartmakaken zijn de mannetjes groter dan de vrouwtjes.
Net als alle andere makaken hebben ook deze apen wangzakken. Hier past bijna evenveel eten in als in hun maag en ze gebruiken de wangzakken om korte tijd voedsel in op te slaan.
Tot slot hebben leeuwenstaartmakaken, net als andere Apen van de Oude Wereld, een verhard, eeltachtig stuk huid (ischial callosities) waardoor ze eenvoudig op takken kunnen zitten en slapen.
Leeuwenstaartmakaken leven in het wild uitsluitend in India. Daar komen ze voor in de heuvels en bergen van de West-Ghats in het Zuidwesten, waar ze leven in de tropisch regenwouden en op hoge berghellingen. Het zijn sociale dieren die leven in groepen van vier tot dertig dieren. In zo’n groep leven een paar volwassen mannen met ca. twee keer zoveel vrouwen en jongen. Eén van de mannetjes is de alfa man en de leider van de groep. Mannen wisselen regelmatig van groep. Ze sluiten zich dan aan bij een reeds bestaande groep en vestigen zich middels een vijandige overname. Binnen de groep kent elke dier zijn plaats: er is een duidelijke rangorde. De mannen onderhouden onderling weinig contact met elkaar en blijven vaak op afstand. De vrouwen blijven in de groep en kennen een duidelijke, lineaire hiërarchie.
Leeuwenstaartmakaken kennen zo’n zeventien verschillende geluiden waarmee ze elkaar dingen duidelijk maken. Ze communiceren ook veel met gezichtsuitdrukkingen en lichaamshouding. Ook hun staart speelt een rol. Zo hebben dominantie dieren hun staart recht omhoog staan, terwijl dieren die lager in de rangorde staan of angstig zijn hun staart juist laten hangen. Leeuwenstaartmakaken zijn erg territoriaal. De mannen laten zo nu en dan een luide roep horen waarmee ze laten weten waar ze zijn en wat hun gebied is. Overdag zijn leeuwenstaartmakaken druk met zoeken naar voedsel. Hun grote wangzakken stoppen ze vol met eten. Later eten ze het voedsel op een rustig moment op. Ze wrijven dan met hun hand over hun wang om het voedsel tevoorschijn te halen.
Het leefgebied van de leeuwenstaartmakaken wordt steeds kleiner en is het erg versnipperd. Op dit moment zijn er drie subpopulaties die niet met elkaar verbonden zijn. Dit komt doordat mensen de bossen kappen en er bijvoorbeeld thee- en koffieplantages of wegen aanleggen. Makaken zijn heel gevoelig voor verstoringen van hun leefgebied. Zij kunnen zich slecht aanpassen. Bovendien kunnen ze maar moeilijk bij elkaar komen doordat hun leefgebied zo versnipperd is en het veel risico met zich mee brengt om elkaar te bereiken. Bovendien wordt er op leeuwenstaartmakaken gejaagd vanwege hun vlees of voor de illegale handel ondanks dat ze een beschermde soort zijn.