Apenheul: Orang-oetan
De orang-oetans in Apenheul houden wel van een spelletje. Op de eilanden van de orang-oetans in Apenheul vind je dan ook speciale orang-oetanpuzzels. Hier stoppen de dierverzorgers iets lekkers in. De orang-oetans moeten dit er vervolgens met een stokje uitpeuteren.
Orang-oetans zijn mensapen. Van alle apen lijken ze - samen met gorilla’s, bonobo’s en chimpansees - het meest op mensen. Je herkent ze aan hun roodoranje vacht en hun lange armen. De mannen hebben een reikwijdte van wel 2,5 meter! Die lange armen hebben orang-oetans niet voor niets: ze komen goed van pas bij het leven hoog in de bomen. Ook hun handen en voeten zijn helemaal aangepast. Orang-oetans hebben bijvoorbeeld een opponeerbare duim en grote teen. Dat betekent dat ze met hun duim en teen hun andere vingers en tenen kunnen aanraken. Zo kunnen ze zich extra goed vasthouden tijdens het klimmen en klauteren door de bomen.
Volwassen orang-oetanmannen hebben een extra opvallend uiterlijk. De meeste volwassen mannen ontwikkelen zich namelijk tot wangplaatmannen met enorme wangplaten rond hun gezicht. Het moment waarop dit gebeurt, verschilt per individu. Niet alle volwassen mannen ontwikkelen zich tot een wangplatenman. Deze ontwikkeling kan namelijk onderdrukt worden als er andere wangplaatmannen in de buurt zijn. Naast wangplaten worden volwassen orang-oetanmannen ongeveer twee keer zo zwaar als de vrouwen. Ook krijgen ze enorm lange haren en een keelzak. Daarmee kunnen ze een ‘long call’ maken: een harde, luide roep, die ze gebruiken om de vrouwtjes te lokken.
Borneo orang-oetans leven in het wild op het Indonesische eiland Borneo. Daar leven ze in tropische regenwouden en veenmoerasbossen. Orang-oetans leven semi-solitair (alleen). Je ziet ze in het wild dus niet zo vaak samen met andere soortgenoten. De andere mensapen (gorilla’s, bonobo’s en chimpansees) leven wel in sociale groepen. Als orang-oetans in het wild elkaar tegenkomen, verloopt dat meestal rustig. Ze eten samen wat en gaan dan ieder weer hun eigen kant op.
In het wild krijgen orang-oetanvrouwtjes hun eerste kind meestal als ze ongeveer vijftien jaar oud zijn. Na een draagtijd van zo'n 8,5 maand wordt er een jong geboren. De kleine weegt dan ongeveer twee kilo. Tijdens de eerste levensjaren zijn moeder en jong onafscheidelijk. De moeder is namelijk verantwoordelijk voor de complete opvoeding: de vaders bemoeien zich hier niet mee. De eerste maanden houdt het kleintje zich alleen maar goed vast aan zijn moeder. Orang-oetanjongen drinken melk bij hun moeder tot ze ongeveer vier jaar oud zijn. Als orang-oetans tussen de twee en vier jaar oud zijn, gaan ze steeds vaker op ontdekkingstocht. Langzaam maar zeker leren ze van hun moeder alles wat ze moeten weten: wat ze kunnen eten en wat niet, hoe ze moeten klimmen, hoe ze een slaapnest maken, welke vruchten rijp zijn en zelfs wat een handige route door de bomen is.
De hele opvoeding duurt zo’n acht jaar – en dat is voor apen heel erg lang. Dit komt onder andere doordat orang-oetans semi-solitair leven. Er zijn dus geen groepsgenoten in de buurt waarvan je dingen kan leren. Uiteindelijk verlaten alle kinderen hun moeder als ze ongeveer 8 jaar oud zijn. Ze gaan dan zelf op zoek naar een partner om zich voort te planten.
But yes. our ancestors also cut down almost all of Europe's forests. There is also nothing left of our wild animals. The wolves have now been released back into the woods in the Ardennes. There are also pigs and squirrels in it. All right, the woods are still somewhat preserved there.