Onze gasten
Na een zwaar ongeluk zat mijn vader in de ongevallenwet en dat betekende ook weer minder inkomsten en juist extra uitgaven. Maar we namen weer gastarbeiders in huis. Dit maal Spanjaarden. Het waren meestal aardige, hardwerkende jongens.
Rita en haar gezin woonden nog steeds boven in de zolderkamers, in de achterkamer de Spanjaarden, Ruth en ik sliepen in de tussenkamer en mamma en pappa in de huiskamer. Op de slaapbank. Het was wel erg druk, maar ook gezellig en leerzaam. Ruth leerde Spaans, we hoorden andere muziek en mamma leerde Spaanse recepten. EƩn van de mannen, Manolli had zigeunerbloed. Hij kon mooi zingen en Flamengo dansen.
Er waren nu ineens veel meisjes die met mij vriendin wilden zijn om via mij met die Spanjaarden in contact te komen. EƩn van die jongens, Ramon, viel erg in de smaak. Maar het was een hardwerkende jongeman, die veel geld naar huis stuurde om zijn ouders te helpen en daar wat te beginnen. Het waren nette kerels. Een andere, Manuel, was ijdel en ook een beetje dom. Hij had best een mooi gezicht maar een nogal grote neus. Nu hadden wij hem wijsgemaakt als je je haar heel kort zou knippen je neus veel minder opviel. Hij geloofde dat en een paar dagen later had hij zijn haar laten millimeteren. Wij moesten wel lachen, want nu viel de neus veel meer op.
Ik zat inmiddels op de ULO. Uitgebreid Lager Onderwijs. Het ging allemaal wel. Ik denk er wel eens aan als ik dat tegenwoordig zie. Ieder kind moet een eigen kamer anders kan het kind op achterstand raken of zo. Ruth en ik hadden geeneens een eigen bed, maar we hadden het wel heel gezellig. We konden nog lekker ās avonds kletsen en lachen.
Toen pappa wat beter werd zat er een vakantie natuurlijk niet in, niet lichamelijk nog en financieel zeker niet. Maar pa was vindingrijk.
Wat fijn dat hij die brief nog gehad heeft.