Heel vroeger, werd de schoen van armen gezet in de kerk.  Dat was het begin van het schoenen zetten, wat wij tegenwoordige kennen. Dat schoenzetten in de kerk was al in 1427, in Utrecht. Daar deden de rijke mensen stiekem wat in de schoenen. Waarom ze dat deden? Dat was natuurlijk voor het goede doel. Je kon iets goeds doen, zonder dat je echt in contact kwam met de armen. De dag erna , op 6 december, werd dan de opbrengst door de kerk, verdeeld onder de armen.   

Wat later, in de 16e eeuw, werden de schoen gezet door kinderen, maar nu in de huiskamers. Het Sinterklaasfeest werd toen al gevierd, in huiselijke kring, met het hele gezin. De kunstschilder Jan Steen heeft in de 17e eeuw de Sinterklaasochtend op 2 schilderijen vastgelegd. Als je daar goed naar kijkt, zie je van alles. Je ziet wat de kinderen in hun schoen gekregen hebben. Het huilende jongetje aan de linkerkant, heeft een roe in zijn schoen gekregen. Het meisje ernaast, houdt zijn schoen lachend vast. 

Vooraan staat een mand met lekkers, je ziet taaitaai, appels en wafels. Het meisje vooraan houdt een speculaaspopje in de vorm van een Sinterklaasje vast. Ze heeft ook een emmertje met cadeautjes in haar handen. De jongen met de baby op de arm, wijst naar de schoorsteen. En zo zijn er nog meer dingen te zien, als je langer naar het schilderij kijkt.  De boodschap van Jan Steen was:  Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe..

Loading full article...