Vaderdag

Het was een zonovergoten dag. Warm voor de tijd van het jaar. In het huisje, midden in het groene veld, kreunde een jonge vrouw, of eigenlijk een meisje van net 16. Ze wist het, de baby kwam eraan. 

Haar man had haar ouders al gehaald, die stonden bij het bed, maar de aanstaande vader moest af en toe een sigaretje roken en zijn schoonvader liep dan met hem mee. Ja, de vader was ook nog veel te jong. Zijn schoonvader was maar niks gerust op wat er allemaal aan het gebeuren was. Deze jongen had hij al eens een schop onder zijn achterwerk gegeven, met klompen aan nog wel! Hij zat achter zijn dochter aan, dat wist hij wel, maar ja, hij was te jong en kwam uit een niet graag geziene familie. 

Zijn vader had de bijnaam "De Mop", van het liedje "Toen onze mop een mopje was...",  dus dan weet je het wel. Zijn vader was niet zo'n voorname! Hij had al heel wat dingen uitgehaald, maar stond wel altijd klaar met zijn Bijbelteksten. Intussen stal hij de klompen bij de kerk en zette zijn oude ervoor in de plaats, als er dienst was. Je rook de verf nog, als de dienst voorbij was, in zijn werkhok. Hij had dan snel de klompen geverfd, zodat niemand ze kon claimen.

Er gingen heel wat nare verhalen over deze man in het rond. Hij mishandelde zijn kinderen en zijn vrouw werd ook niet ontzien. Het arme mens was kreupel, ze liep slecht en had veel pijn aan haar heupen. Ze was zo geboren. Ze had de zorg over haar 6 kinderen. Ze moest de was doen in een roeibootje. Ze ging het water op en dan kon ze met haar wasbord de was doen. Ze was al eens voorover gevallen het water in. Ze kon niet zwemmen, maar gelukkig kwam ze onder de boot door weer boven en weer in de boot klimmen. Ze had een slecht en moeilijk leven met die man en dan die kinderen, ze liepen er vrij onverzorgd bij en hadden allemaal een grote mond.

Loading full article...