Iedereen kent het wel: je hebt net je auto naar de garage gedaan voor een onderhoud en je denkt "nu mag er niets meer gebeuren deze maand, want ik heb geen geld meer". Laat dat nu net het moment zijn dat je wasmachine het begeeft. Oops, daar sta je dan. Met deze makkelijke spaartips heb je voortaan altijd een appeltje voor de dorst.

1. Hou je "ros" geld bij.

Je weet wel, al die koperen muntjes van 1, 2 en 5 cent die ergens onderaan je geldbeugel steeds maar lijken te vermenigvuldigen. Sommige winkels nemen ze zelfs niet meer aan, maar geven ze wel terug. Wat moet je daarmee? 
Hou ze bij! Sorteer ze per munteenheid en wanneer je een berg bij elkaar gespaard heb, doe je ze naar de bank. De banken verrekenen het bedrag per kilogram en afhankelijk van het land waar je woont en de bank waar je naartoe gaat, krijg je het omgerekende geld cash of op je rekening gestort. Dit geld kan je dan op je spaarrekening zetten, of in een kluisje bijhouden.
Bonus: Op deze website kan je kijken wat je koperen muntjes nog waard zijn. Heb je er bijvoorbeeld van Monaco of van een bepaald jaar van België, dan kan je soms wel tot € 40 krijgen voor één eurocent. De moeite waard om je klein geld eens door te spitten, toch?

2. Spaar elke week het weeknummer.

Oké, vage tussenkop, maar het is simpel, beloofd. In week één (dus de eerste week van januari), zet je één euro op je spaarrekening (of in een kluisje), in week 20 hou je 20 euro apart, in week 52 hou je 52 euro apart. Op het einde van het jaar heb je zo € 1.378 gespaard. Dat is een mooi appeltje voor de dorst, toch?

Dit spaarplan kan je trouwens ook achterstevoren doen, rekening houdend met de extra uitgaves die je rond de eindejaarsperiode zal doen voor cadeautjes. Dus dan begin je in week 1 met 52 euro, en eindig je in week 52 met één euro.

Loading full article...