In de #boerenprotesten komen, naast het verzet tegen de stikstofmaatregelen, drie klachten steevast terug: de boer krijgt te weinig, #supermarkten gaan strijken met de winst en de consument wil niet meer betalen. Maar klopt dat wel?

Slechts ten dele, zegt Willy Baltussen van Wageningen Economic Research, die al jaren onderzoek doet naar prijsvorming van voedsel. ‘Deze argumenten bevatten enige waarheid, maar ze zijn ook schijnargumenten. De wereld zit ingewikkelder in elkaar.’

Krijgen boeren te weinig?
‘We hebben in West-Europa een markt van vraag en aanbod. Aan de ene kant zitten de commissionairs van de telers die ervoor moeten zorgen dat hun producten verkocht worden. Aan de andere kant zitten inkopers van supermarkten die de schappen moeten vullen. Die twee partijen kennen elkaar goed. Als er veel aanbod is, maken de inkopers rondjes. Want ze weten: slagen ze niet bij A, dan lukt het wel bij B. Liggen de verhoudingen omgekeerd, dan wordt het spel andersom gespeeld. Momenteel wijst de markt uit dat er op de lange termijn meer aanbod is dan vraag. Ik kan weinig producten bedenken waar gebrek aan is.’

In een normale markt neemt het aanbod af als er minder vraag is. Waarom is dat met landbouwproducten niet zo?
‘Het hebben van een bedrijf is voor veel boeren een way of life. Dan accepteren ze dat ze met een lager inkomen moeten rondkomen. De meesten denken: hier ben ik goed in, ik kan niets anders. Of ze hopen dat het ooit wel goed zal komen. Voor veel boeren is de plek waar ze wonen en werken dezelfde. Op het moment dat je stopt met je bedrijf, moet je niet alleen op zoek naar ander werk, maar ook naar een ander huis. Daardoor is het aanbod niet flexibel. Als je kijkt naar het aantal faillissementen in de agrarische sector: dat is zeer laag.’

Maar daarmee verpesten ze het dus voor de anderen?
‘Ongeveer 30 procent van de boeren zit onder de lage-inkomensgrens. Die kunnen wel vermogen hebben, maar dat zit vast in hun bezit. Arm leven en rijk sterven is een bekend gezegde in de agrarische wereld. Aan de andere kant heb je een groep boeren die prima winsten maakt. Dat hangt samen met hoe je het vak in de vingers hebt. De ene boer heeft bij een melkprijs van 30 cent een gigantisch inkomen, terwijl de andere daarvoor moet ploeteren.’

‘Bedrijven die bewegen overleven. Dat kan zijn door innovatie of uitbreiding. Degenen die blijven hangen, glijden af. Dat gaat geleidelijk. In het begin heeft een boer nog een goed inkomen, dat wordt minder en minder. Tot hij op een gegeven moment moet investeren en de bank zegt: daar steken wij geen geld meer in, want dat kun jij nooit terugbetalen. Die hebben de rat race niet overleefd.’

Het beeld dat nu wordt opgeroepen is dat supermarkten profiteren. Een kilo uien kost een paar dubbeltjes inkoop, maar ligt voor een euro in de winkel. Geen wonder dat boeren distributiecentra van supermarkten blokkeren.
‘Dat beeld klopt niet. Er zitten soms nog twee of drie partijen tussen de boer en de supermarkt. Die voegen allemaal waarde toe. Die uien moeten bewaard worden, gesorteerd en verpakt. Supermarkten maken kosten met distributiecentra en winkels. Ook daar vindt kaalslag plaats, het is geen goudmijn. Als je kijkt naar de winstmarges in de hele keten, dan gaat het overal om procenten. Ik ken geen bedrijfstakken die gigantische winsten maken in de voedselketen.’
Kipfilets vliegen de supermarkt uit zodra er reclame voor wordt gemaakt, zegt Willy Baltussen.Beeld ANP

Driekwart van de Nederlandse landbouwproductie wordt geëxporteerd. Hoe belangrijk zijn Nederlandse supermarkten dan nog voor de prijsvorming?
‘Toch wel belangrijk. De prijzen voor kaas, uien, varkensvlees en kip worden bepaald op de wereldmarkt. Maar producten als aardappelen en tomaten blijven grotendeels binnen West-Europa. Daar maken ook weer grote supermarkten de dienst uit. Albert Heijn is ook actief in België, Aldi en Lidl zitten overal.’

Die rat race: leggen boeren die zichzelf op, of wordt die hen opgelegd?
‘Die leggen wij hen als maatschappij op. Door te zeggen dat de markt heilig is. Dat is al na de Tweede Wereldoorlog in gang gezet. Aanvankelijk om ervoor te zorgen dat er genoeg voedsel was voor iedereen. Maar tegenwoordig vooral om voedsel goedkoop te houden.’

Want de consument wil niet meer betalen, klagen boeren.
‘Nederlanders zijn opgevoed met de gedachte: als je iets voor een dubbeltje kunt krijgen, dan betaal je geen kwartje. Ik ken hordes mensen die alle folders uitpluizen en daarop hun boodschappen afstemmen. Wij hebben onderzoek gedaan naar kipfilets: die vlogen de winkel uit als er reclame mee werd gemaakt. In onvoorstelbare hoeveelheden. Een deel wordt meteen gegeten, de rest gaat in de diepvries.’

Dat mag toch?
‘Het helpt om overschotten uit de markt te halen. De keerzijde is dat de consument alleen maar goedkope producten koopt. Je krijgt een prijsverlaging die links- of rechtsom uit de markt moet komen. Uiteindelijk is het de kippenboer die betaalt voor die aanbiedingen. We zien wel dat er een groeiende groep is van consumenten die best bereid zijn meer te betalen voor duurzame producten. Maar je moet zorgen dat je die bereikt en aantonen dat iets echt duurzamer is. Voor een paar centimeter meer leefruimte voor varkens gaan ze niet harder lopen.’

Helpen we onze boeren door alleen Nederlandse producten te kopen?
‘Het klinkt raar, maar ik denk van niet. Driekwart van onze landbouwproductie gaat naar het buitenland. Als wij roepen dat je alleen nog producten uit eigen land moet kopen, hoe gaan we de Duitsers dan vertellen dat ze onze spullen moeten kopen? Veel Nederlandse varkens worden geslacht bij Tönnies, een Duitse slachterij net over de grens die aan veel Nederlandse supermarkten levert. De vraag is of dit varken Nederlands is of Duits.’

Voedselprijzen in Nederland op het Europese gemiddelde
De prijzen voor levensmiddelen in Nederland liggen een fractie boven het Europees gemiddelde. Dat blijkt uit cijfers van Eurostat, het statistiekbureau van de Europese Unie. Het prijsindexcijfer voor Nederland is 101, het gemiddelde is 100. Vlees in Nederland is bijna een kwart duurder dan het Europese gemiddelde, brood is juist goedkoper. Van de ons omringende landen zijn consumenten in België en Frankrijk meer geld kwijt voor hun eten. De voedselprijzen in Duitsland liggen ongeveer op hetzelfde niveau als in Nederland.

‘Het klinkt raar, maar ik denk van niet. Driekwart van onze landbouwproductie gaat naar het buitenland. Als wij roepen dat je alleen nog producten uit eigen land moet kopen, hoe gaan we de Duitsers dan vertellen dat ze onze spullen moeten kopen? Veel Nederlandse varkens worden geslacht bij Tönnies, een Duitse slachterij net over de grens die aan veel Nederlandse supermarkten levert. De vraag is of dit varken Nederlands is of Duits.’


Krijgen boeren te weinig betaald?