bonbon
Ik haat bonbons.
Het gebaar is lief, je geeft iemand gevulde chocolaatjes in een doosje. Prima. Maar waar niemand aan denkt, is dat de vulling negen van de tien keer niet te eten is. Denk je even lekker jezelf te trakteren op een luxe chocolaatje, is de vulling een of andere marsepein/koffie/rum-créme. Waarom zou je dat willen?
Waarom zou je rozijnen gebruiken om chocola op te vullen? Waarom zou je iemand dat aan doen?
Elk jaar, krijg ik maar liefst 5 doosjes bonbons van mijn opa en oma.
-pinksteren/ pasen
-moederdag (geen idee waarom)
-sinterklaas
-mijn verjaardag
-kerst
Het is voor hun een manier om te laten zien dat ze aan me denken, en dat ze me iets gunnen. Maar hun idee van het onderhouden van een relatie of het geven van liefde is ook door geld uit te geven aan spullen waar je eigenlijk niet om gevraagd hebt.
Want ja, bonbons zie ik als precies dat. Het is een luxegoed dat voor een veel te hoge prijs verkocht wordt, wetende dat de helft van het doosje waarschijnlijk toch weggegooid wordt. Want zelfs al wil je maar één bonbon eten, moet je eerst 12 anderen met kleine hapjes proeven om te kijken of je de vulling wel lekker vind. Deze kun je vervolgens weg gooien, want die ga je toch niet meer op eten. En de kans is groot dat je ook nog eens niemand naast je hebt zitten om dat aangekloven stukje chocola aan te voeren op het moment dat je er klaar mee bent.
Dus ja, ik heb een hekel aan bonbons. Mij maak je er in ieder geval niet gelukkig mee. Misschien komt dat ook wel doordat ik meestal gewoon een standaard samengesteld doosje krijg, waar alle denkbare mogelijkheden aan combinaties van smaken in samengevoegd worden. Liever heb ik een doosje dat zorgvuldig gekozen word. Alleen maar met slagroom gevuld, of praliné. Maar niet van alles door elkaar.
Ik mag dan wel vijf doosjes per jaar krijgen, maar dat betekend niet dat ik telkens onthoud welke smaak in welk vormpje zit. En telkens denk ik het te weten en bereid ik mezelf er onbewust mentaal op voor die smaak te proeven. Maar telkens heb ik het mis, en verlies ik weer het vertrouwen in de volgende hap, het volgende doosje, en misschien moet ik mijn opa maar gewoon vertellen dat hij moet stoppen met het kopen van chocola voor me. Uiteindelijk beland het toch wel in de vuilnisbak.