Wat horen we nu allemaal?

Plotseling wordt de rust wreed verstoord in het kattenpaleis. Van buiten klinkt gerinkel en gekrijs (of was het nu andersom). Het is niet bij de buren maar wel redelijk dicht bij. Katlief slaat alarm en begint te brommen. Boven zijn de man en de vrouw des huizes ook gealarmeerd. Het was deze dag al erg onrustig in de buurt en nu dit. Zowel de man als de vrouw kijken elkaar aan en zijn stil..... Naast het gegrom en gebrom van hun kat horen ze even niks meer. Ze besluiten het raam voorzichtig open te doen. Niet te ver, je weet maar nooit met hun acrobaat. Voorzichtig gaat het raam op een kier en nog net horen ze een plons met water gevolgd met een paar kreten. Ze kijken elkaar verbaasd aan. Dit is geen kat! Zou er een inbreker in de buurt zijn? Nou als dat een inbreker is zal die niet meer in staat zijn op boeven pad te gaan. Ze luisteren nog een keer. Dit keer horen ze wat anders, het lijkt wel een vogel. Op dit tijdstip? Nog net zien ze een meeuw wegvliegen uit de richting van pension de Zeester. Ach daar gebeurden wel eens gekke dingen. Katlief is daar ook wel eens druipend vandaan gekomen. Ze vragen zich af of ze de ambulance of de politie moeten bellen. Je weet maar nooit. Stel dat ze die inbreker met de bezem hun pension uitvegen of erger nog van de trap af.

Ze willen net het raam dicht doen of ze horen een paar stemmen. Zijn dat niet de stemmen van dat stel dat pension de zeester runt? Ja dat dacht ik wel. Plots horen ze nog een plons. De man en de vrouw kijken elkaar aan en moeten verschrikkelijk lachen. Nou die gaat echt niet meer naar binnen en zeker daar niet zeggen ze tegen elkaar. Dat is maar goed ook. Je weet maar nooit met deze mensen. Daar wil je geen inbreker in laten breken.


Katlief komt boven

In de tussentijd is katlief ook naar boven gekomen en springt op de vensterbank. Luid spinnend tussen zijn personeel in vraagt hij om een aai en een kroeltje. Wat hij uiteraard krijgt. Katlief drukt zijn neus tegen het raam. Hier eruit springen zal hij zeker niet doen want het is toch wel een beetje te hoog. De man en de vrouw sluiten het raam en gaan weer slapen. Katlief springt op het voeteneinde van het bed. Dat is zijn plekje en zo lang hij zich gedraagt mag hij blijven liggen. Hij krult zich op vlak bij de voeten van zijn vrouwtje. Bij de man moet hij niet zijn. Die is veel te lang en dan kan hij ongewild een paar trappen krijgen. Nog een kroeltje en een aai en de rust keert weer en het kattenpaleis.

Loading full article...