We rijden door een voorjaarslandschap en worden jubelend begeleid door frisse wilgenblaadjes, bruine kleverige en geurige populierknoppen, gele paardenbloemweilanden en scherpe pinksterbloemen. De motorhomist is nog steeds herborist. Langs de Maasvallei naar Frankrijk ( Givet, Revin..) maar uiteindelijk brengen we de nacht door in Nismes. Het plantenparadijsje in de Viroinval. Op een voor ons bekende plaats met heel veel planten in de rotsen rondom ons, alleen gaan we ze vanavond niet echt allemaal bezoeken. Ik wandel wel in de schemering via de ruïne van de oude kerk naar boven, een klein stukje GR met een mooi zicht over Nismes. De voorjaarsflora die we onderweg al volop zagen, is hier ook aanwezig. Witbloeiende bosanemonen, nog wat bloeiend speenkruid, stinkende gouwe, pinksterbloem nu op zijn best, maar er is hier veel meer bijzondere kalkflora op de tiennes, wilde tijm, gamander, zonneroosjes en orchideeën. Merkwaardig is de ressurgence, de plaats waar L'eau noire uit de rotsen te voorschijn komt en direct een stroom van enkele meters breed vormt. Spijtig genoeg is deze plek wel volgebouwd met wat onduidelijke huizen en twee garageboxen. Het blijft moeilijk te begrijpen waarom zulke mooie plekken verpest worden met lelijke bouwsels.

Zaterdag 24 april Franse Ardennen

Afspraken in Le Hardoye en Besmont, op huizenbezoek in de Franse Ardennen. We slapen onder de kerktoren van Liart, niet direct een aanrader maar we moesten in de buurt zijn en kerkpleintjes zijn meestal vlakke, niet onaardige plaatsen om te overnachten. Alleen de plaatselijke jeugd met hun rituelen en de klokken van Rome met andere rituelen verstoren soms de rust. In dit geval hadden de plaatselijke inwoners een feestje in het zaaltje vlakbij en dat duurde tot zowat 4.15 in de ochtend. Dus...

Zondag 25 april dus

Na nog een afspraak in Le Cerleau, rijden we rond 11 uur naar het Zuiden, rustig langs N en D wegen via Chalons en Champagne naar Troyes. Of eerder om Troyes heen.
We picknicken net voor Arcy en Aube. In Arcy stoppen we regelmatig bij de Aube, een mooi plekje waar de gemeente vorig jaar zelfs een soort akkerkruidenberm had ingezaaid, het stond er toen vol met korenbloemen, klaprozen en bolderik. Nu reden we er zomaar voorbij, het was ook kermis en markt, dat kan wel prettig zijn, maar het was nu het moment niet om halt te houden

We rijden voorbij Signy, Rethel, Pauvres, Suippes om maar enkele curieuze namen te noemen. Interessanter word het voorbij Troyes, we nemen de D444 en willen als eindpunt voor vandaag Avallon bereiken. Rijden eerst door het woud van Amont, stoppen even, fotograferen gewoon paardenbloemen en ook kleine maagdepalm (moet ik dat hier in het Fôret d'Amont komen doen?)

Enkele merkwaardige gebeeldhouwde stenen bewaken de ingang van het bos. Het dorpje verder is Chaource, het ziet er hier properder en mooier uit dan in de Franse Ardennen van de vorige dagen, geen voorraad vervallen landbouwmachines op het erf, geen chaos van bidonvilleachtige bouwsels, en zelfs een deftig loosplek voor motorhomes, aardig dorpje om ooit nog eens langs te komen. Mogelijk heeft het te maken met ietsje meer rijkdom, we naderen de Bourgognestreek. De volgende dorpjes oa Cussangy en Vallièrest zijn samengesteld uit boerderijtjes met een binnenkoer, die dwars langs de weg staan. De voordeur hangt dus op de binnenkoer. Het doet me wat denken aan mijn geboortedorp Hoegaarden. Leuk en ook wat jeugdsentiment.

Avallon

Het laatste stuk voor Avallon rijden we toch nog wat verkeerd en komen zo, een geluk met een ongeluk, ook eens in Chablis terecht. Een stadje, dat, zelfs voor een niet-wijndrinker, nog bekend klinkt.

Loading full article...