"En ik hou ervan hoe de aan elkaar klonterende pluisjes van een te goedkoop, verwassen en uitgedragen bedbek me doen glimlachen denkende aan hoe zij lijken op de talloze surprise eitjes die je benen tellen.

Soms is het zo stil hier, dat ik bijna even vergeet dat enkel de sluimering van je afwezigheid hier nog aanwezig is.Ik pluk de bolletjes een voor een van het dekbed, ben druk tegen Dé Zwijger aan het praten over de laatste literaire werken die mij deden denken aan hem.

Zijn uit, blijvende antwoord streelt mijn wang zachtjes, kijkt mij net iets te lang aan met de van triestheid doordrenkte ogen, stil maar, Zwijger van me, je zegt genoeg, in een oogopslag.

Ik tel het aantal bolletjes, 217 meer dan het aantal vlekken dat de sterrenstelsels op je borst vormen.
Was hij maar zo groot als het matras, kon ik mijzelf maar eindeloos in je omhelzing rollen. Draaide omdraaien maar altijd uit op meer van jou.

Het regent zachtjes naar binnen door het raam, de kippenvel ligt telkens op de loer, zij is bang.

Loading full article...