Oeps, een nieuwe telefoon.
Sorry, het schijnt tegenwoordig geen telefoon meer te heten maar mobieltje. Oude gewoontes zitten nu eenmaal aardig diep ingeroest wanneer je uit het begin van de vijftiger jaren dateert. Ik was er overigens al vroeg bij met zo'n model baksteen waarmee je alleen maar kon bellen. Aangezien ik een hekel heb aan iets weggooien dat nog goed werkt liep ik altijd aardig achter bij de ontwikkelingen op mobiel-gebied, maar de toestellen werden steeds kleiner en er kon steeds meer mee. Met uitzondering van de wekkerfunctie en de ingebouwde zaklamp deed ik er weinig mee. Vorig jaar begaf mijn ouwetje het en kreeg ik een afgedankt exemplaar van mijn dochter die natuurlijk wel met haar tijd mee gaat en elke twee jaar een nieuwe heeft. Het overzetten van de gegevens was in een mum gebeurd en ze zette er gelijk maar een hele reeks apps op. Nou, dat was best handig. Via de apps kon ik zien hoe ik van hot naar her moest reizen en wanneer de NS weer eens aan het spoor werkte. Dat er buienradar op zat bedacht ik meestal pas wanneer ik tot de ontdekking kwam dat ik toch maar beter een regenjas en paraplu mee had kunnen nemen.
Nog steeds riep ik om de haverklap dingen als: "Sorry, heb mijn agenda niet bij mij", "Jammer dat ik nu geen fototoestel heb", "Welke bus moest ik ook al weer hebben", 'Waar heb ik de uitdraai van mijn vliegticket gelaten", etc. Stevast kreeg ik dan te horen dat ik daar toch een mobieltje voor had. En ja, ik begon er langzaam aan te wennen, maar echt enthousiast was ik niet. De camara maakte slechte foto's. Ik had nu wel een agenda maar was vergeten mijn afspraken er in te zetten. Bij het inchecken bleek mijn batterij leeg.
Vooral dat laatste maakte dat ik toch maar eens over een nieuw exemplaar na ging denken. Het opladen ging steeds langzamer en soms gaf het toestel na een nacht aan de lader aan dat het leeg was en binnen een dag was het ding soms weer leeg. Er zat niets anders op dan naar de telefoonwinkel. Nadat de verkoper een blik van kruin tot teenpunten op mij had geworpen en in het voor mij nog steeds niet eenvoudige Roemeens een hele riedel afgestoken had kwamen de mobieltjes op de toonbank. Stuk voor stuk eenvoudige exemplaren. Blijkbaar wordt er direct vanuit gegaan dat je op een bepaalde leeftijd, wat je mobieltje betreft, automatisch gaat minimaliseren.
Mijn opmerking dat ik graag duo-SIM wilde deed de wenkbrauwen omhoog gaan. In een wat langzamer tempo werd me uitgelegd dat dat alleen bij de duurdere exemplaren kon en die door de vele mogelijkheden ook vééééél ingewikkelder waren. Uiteindelijk ging ik naar huis met een Samsung Galaxy A6 die bij de eerste tiener direct dezelfde opgetrokken wenkbrauwen veroorzaakte en, zo te zien, ook enige jaloezie.
Nu ben ik iemand die altijd eerst de hele gebruiksaanwijzing doorleest en daar ben je tegenwoordig al heel snel klaar mee. In de bijsluiter van een aspirientje staat meer. Het minuscule boekwerkje toonde alleen waar de SIM-kaart in moet en hoe je het toestel aan en uit zet, in 15 verschillende talen. Het echte werk moet met behulp van de handleiding op internet die 183 pagina's lang bleek te zijn. In mijn geval was de pret snel voorbij. De SIM-kaart paste niet.