#christmas (fictie en non fictie).

‘nou daar gaan we dan’.  Dit is de eerste gedachte die in mij opkomt als ik mij  na verschillende woel momenten besluit om uit bed te stappen. Al bonkt er een #snowman al aardig in mijn hoofd.
Ik hoorde de kinderen al beneden rommelen.  De dekens sla ik van mij af, mijn ene been sleepte ik over de rand van het bed en met een zelfde beweging glij ik op mijn zij om mij te kunnen afzetten met mijn arm om om hoog te komen. Het blijft een uitdaging om uit dit bed te komen.

Ik zit aan de rand van mijn bed met mijn schouders naar binnen gebogen, mijn voeten raken de grond net niet en mijn hoofd hangt naar beneden.  Ik moet mijzelf moed in praten om op te staan.  Zachtjes glij ik naar beneden tot mijn voeten de grond raken.  Ik vind mijn sloffen naast mijn nachtkastje en de berg met wasgoed, schuif de van schapenwol gevilte sloffen aan en loop met de los komende gewrichten naar beneden. Met deze sloffen is de trap erg glad en moet ik opletten hoe ik loop, nog z’n nadeel van een geverfde trap.

Mijn hoofd, mijn armen, eigenlijk alles voelt zwaar. Bijna in één streep loop ik via de gang en de deel naar de hal waar mijn laarzen staan. Ik doe ze aan samen met mijn oude warme jas.  De deur maak ik open en voel een zachte snijdende wind langs mij heen gaan. Het prikkende gevoel wat langs mijn wangen gaat zorgt ervoor dat ik een ril krijg over mijn hele lichaam. Mijn ademhaling voel ik direct om hoog schieten, in een reflex doe ik mijn ogen dicht en  leg mijn hand op mijn buik. Na een paar ademhalingen loop ik naar buiten en open voorzichtig mijn ogen.
Wat ik dan zie maakt me blij. Het gaat een beetje gloeien in mijn buik. Ik voel mijn mondhoeken omhoog krullen.
Daar staan mijn lieve schatjes in een witte wereld. 3 paar ogen kijken mij aan. De oudste hinnikt naar mij, met als gevolg dat er drie pony’s mij begroeten met hun eigen geluid. Hun prachtige gestalte hoorden in een witte wereld.  

Het geknisper van de sneeuw onder mijn voeten geeft mij het gevoel dat ik dans, dat ik op wolken loop, en dan word je toegezongen door niet alleen de paardjes, maar ook de geitjes en schaapjes verwelkomen mij.

Als eerste loop ik naar mijn oudje van 26 jaar. Mijn lieve ol. Met mijn nog blote handen pak ik zijn neus vast om hem een kus te geven. Zijn oren gaan naar voren, zijn hoofd wat om hoog en zijn neus vind ook mijn wang. ‘Goede morgen liefje, heb je lekker geslapen? Wat is het mooi hè?’ Onze Lars en Sjors komen ook aan lopen. Al loopt Sjors wat houterig, als of hij op eieren loopt. Het pad naar de stal zie je niet door de hoeveelheid sneeuw wat er is gevallen. Het schuifslot maak ik open van de staldeur waar hun eten staat en pak een wortel voor de paardjes. In een glooiende beweging komen ze met zijn drietjes naar mij toe lopen.  Sjors loopt nu goed, het zal de voorzichtigheid zijn waarmee hij loopt, want zulke lieve Shetlander hoedjes in de sneeuw is heel wat anders dan fjorden hoeven.
Met smaak en gulzige wortel liefde eten ze hem op. Het kauwen is nog niet voorbij of hun hoofden gaan al weer gestrekt omhoog om een nieuwe wortel te kunnen aannemen. Die heb ik nu niet, een aai over hun neus is een teken dat het op is en loop ik naar binnen om wat voorbereiding te treffen voor hun eten.  Hun grote zwarte speciekuip staat klaar om gevuld te worden met hooi.
Ik voel het gedram en gedraai bij het hek. Terwijl ik naar buiten loop met de overvolle speciekuip   gaan er drie neuzen ongeduldig voor mij staan om de eerste plukjes hooi te pakken.  Met een zwaai probeer ik dat te ontwijken. Dit lukt echter niet opperbest want op het moment dat ik naar rechts zwaai met de Kuip voel ik even geen ondergrond onder de linker zool van mijn laars. M’n evenwicht is weg en realiseer mij dat ik ga vallen. Ik probeer mijn val te breken door mijn handen naar achter te zwaaien. Maar helaas, mijn linker bil valt als eerste op de grond, gevulds door mijn linker hand.
Een flinke pijnscheut schiet door de linkerkant van mijn lichaam heen.
De speciekuip ligt voor mij, het hooi ligt ook wat verspreid om mij en de paardjes heen. Drie hoofden met volle en druk kauwende monden staan maar mij gericht en drie paar ogen die mij aan kijken met een blik van ‘wat doe jij nou?’.

Voorzichtig ga ik recht op zitten. Alles lijkt te werken en te kunnen bewegen zoals het zou moeten, al gaat het minder soepel dan voordat ik hooi ging geven het geeft ook een wat branderig gevoel in mijn billen, arm en schouder.
Gelukkig was het meer een glijer  dan een val.
De grote stukken hooi pak ik op om weer in de Kuip te doen om mijn taak af te kunnen maken. Gewoonlijk wil ik alleen het hooi in de slowfeeder omdat het zn troep geeft al dat hooi in het zand van de paddock. Dus loop ik naar de inloopstal  om de slowfeeder te vullen met hooi.
Doordat het hooi verspreid ligt  over het sneeuw eten de paardjes het mooi op tot de laatste krummel.

Tijdens de koffie word er gevraagd wat de planning is.  Vanuit mijn tenen voel ik een irritatie opborrelen wat richting mijn ademhaling gaat. Ik kan het niet verbergen, het word gezien.
Het bloed stijgt snel naar mijn hoofd en krijg het in één keer erg warm, waardoor ik een blos op mijn wangen krijg, en klamme handen.
Tegelijk voel ik een pijnscheut door mijn linkerbil gaan. Dit komt omdat ik even ben gaan verzitten in de rotan eetkamerstoel waar het kussen uit was gehaald door mijn jongste dochter.
Vluchtig kijk ik naar de klok om te zien welke tijd hij aangeeft. Het is 10.33 uur. Nog tijd zat om mij voor te bereiden voor het diner van vanavond.
De planning was oorspronkelijk één gang. Gewoon een stukje vlees, groente en een aardappel dingetje. Toch is het gelukt, ik ben voor een 4 gangen diner gegaan. Wel simpel, niet te moeilijk, maar toch aardig wat werk op m’n hals gehaald.
‘Mama gaat zo beginnen met de voorbereiding van het diner voor vanavond. Het word een koud voorgerecht, een warm tussen gerecht, een hoofd gerecht en een dessert.’
Gelijk komt de vraag of ik hulp nodig heb. Zoals altijd zeg ik nee, dit omdat ik gewoon alleen in de keuken wil staan. Het gedraai om mij heen, het doorlopend vragen of het goed is, is het voldoende, waar staat dat, wat is dat, zorgt er voor dat mij irritatie alleen maar groter word en dat is niet bevordelijk voor mij humeur. Over humeur gesproken, dat is al niet best met kerst. Eigenlijk vind ik kerst totaal niet leuk.
Daar word ook geen geheim van gemaakt! Toch probeer ik iedere keer weer om mijn grote best te doen of de zweer goed te houden. Dit kost zo veel moeite dat het ten koste gaat van mijn eetlust.

Ik weet dat ik de familie zo veel plezier doe met mijn kookkunsten. Dagen ben ik aan het broeden wat voor lekkers ik ga maken. Ik bestel het mooiste stukje vlees, ik bedenk de lekkerste salades, ik creeër de mooiste en vooral lekkerste desserts. Daar komt mijn horeca opleiding goed van pas.  De kennis die ik heb opgedaan tijdens mijn horeca carrière. Maar ook de flinke dosis lef of te doen. Goed proeven, geduld maar vooral liefde.

Bij een goede dag kan ik mijzelf verliezen in de gerechten die in maak. Maar nu, ook weer dit jaar gaat het ten koste van mijn zin om er van te genieten.
Ook weet ik dat dit de dagen na de kerst zijn tol zal eisen qua humeur.

Een brandnetel is zelfs minder prikkelbaar dan dat ik ben. Hoe kan ik dit omdraaien? Dit zal mijn project worden voor het komende jaar. Want het zal nog een paar dagen duren voordat we het jaar gaan uitzingen. Wel weet ik dat mijn lieve paarden vriendjes mij gaan helpen. Hoe weet ik nog niet, daar gaan we naar opzoek.





Kort verhaal #kerst #25december