Hoge bergen over met een camper is niet vanzelfsprekend, toch zijn de meeste Alpencols ondertussen wel berijdbaar voor motorhomes, zelfs voor mijn oude Hymer. 

Maandag 21 juni. Chantemerle. Ochtend in volle zonneglorie. Wel wat anders dat gisterenavond op de col du Lautaret, waar mist, regen en zelfs sneeuw mij naar lagere oorden jaagde. 

 Grenoble - Col Izoard - Chateau Queyras 

Ik rij naar Grenoble en vandaar naar de Col d'Izoard, de beroemde col uit de Tour. Goed berijdbaar voor motorhomes en veel beklommen door fietsers. Net voor de col is er een café restaurant, nog een restje van de rustplaats van Napoleon. Het noemt dan ook refuge Napoléon. Ongelooflijk, waar die mens overal de Alpen overgetrokken is! Op de col en in de afdaling krijgen we een heel ander landschap, rotsen in geelbruin gesteente dat gemakkelijk erodeert. La Casse déserte noemt deze spectaculaire steenwoestenij. Door dit afbrokkelend gesteente krijgen we een smallere, grillige afdaling met meer bochten, maar wel spectaculair mooi. Ik stop nog even op een verboden plaats om wat foto's te nemen. Lager komen we weer in de weelderige bergweilanden terecht, ook daar moet ik me inhouden om niet om de haverklap te stoppen. 

 We komen nu in de vallei van de Guil bij Chateau-Queyras, het immense fort dat bijna de hele vallei blokkeert en dat was ooit ook de bedoeling. Het kasteel is een van de vele voorbeelden van de architectuur van Vauban, de fortenbouwer. In dit geval werd het bestaande kasteel omgebouwd tot een vesting. Het maakt deel uit van de verdedigingslinie waartoe ook de oude stad Briançon en het fort van Mont-Dauphin behoorden. Een kleine wandeling brengt mij bij het kasteel, dat nu eind juni nog gesloten is, geen probleem ik heb toch meer belangstelling voor kleine plantjes en andere onnozele dingen, zoals hier een zogenaamde historische zitbank in de afdaling. Leuk aan die bank is dat er bij staat wanneer ze geplaatst, gerestaureerd of gerepareerd werd. Dat was voor het laatst in Mei 2010, net gebeurd dus, alleen het had wel wat meer mogen zijn dan een lelijke plank als rugleuning. Verder naar de laatste col op de grens met Italië, Col Agnel dik 2700 meter hoog. Bij het begin van de beklimming stop ik nog even om een 'demoiselle coiffée' te begroeten. Een geologische curiositeit, zacht gesteente dat toch de tand des tijds doorstaat door de hardere rotsblok, die er als een hoed boven op ligt. 

Loading full article...