I n 1923 werd de overwegwachter Jacob de Jong, die op post 67 woonde vermoord. De beruchte moord van Giessen-Nieuwkerk, waar iemand ten onrechte voor werd veroordeeld.  

Op internet las ik dat Jacob de Jong stationschef was en met zijn gezin in een klein huisje naast het spoor woonde. Ik vind een foto, maar helaas heeft hij een pet op die zijn ogen verbergt. Ik probeer contact te maken en dit gaat verrassend goed, want deze entiteit zit vol verontwaardiging. Jacob is zelf vriendelijk, maar tevens plichtsgetrouw.  Hij heeft een aardig loon en kan daarmee zijn gezin onderhouden, de kinderen naar school laten gaan en elke zondag een stukje vlees. Jacob is tevreden en zorgde ervoor altijd netjes uit te zien. Zijn goede voorkomen met een gouden horloge, wekte de indruk dat er geld zit bij de Jongs. Er stond ooit een café vlak in de buurt van het station. Jacob ging er nog wel eens heen om een borreltje te halen. Daar ontmoet hij regelmatig zijn oude schoolvriend. De naam die ik doorkrijg is Guido.  

Guido is slecht geschoren. Zijn kleren zijn smerig en hij ziet er haveloos uit. Hij is drankzuchtig en daardoor aan lagere wal geraakt. Die fatale dag ontmoet Jacob Guido aan de bar. Hij heeft een grote scheur in een mouw. Als Jacob daar een opmerking over maakt, klaagt Guido dat zijn vrouw het verdomt de scheur te maken. Hij doet niks meer voor haar, dus zij niets meer voor hem. ‘Mijn vrouw wil de scheur wel maken,’ biedt Jacob vriendelijk aan, want hij gruwelt bij het idee er zo bij te lopen als Guido. (Jacob heeft Guido op een borreltje getrakteerd. Guido giet die in een slok achter de kiezen.) Guido bedelt bij Jacob om nog een borreltje. Die drinkt hij net zo snel op. Hij kijkt Jacob afwachtend aan, maar Jacob drinkt zijn eigen borrel snel op en gaat er vandoor. Als Jacob weg is, bedelt Guido bij de cafébaas om nog een borrel, maar die wil eerst betaald worden. ‘Schrijf het maar op de lat,’ dringt Guido aan, maar dat is de cafébaas niet meer van plan, want er is al een hoge schuld. Hij wil zijn geld en als Guido niet kan betalen, dreigt hij met de deurwaarder. Guido is daar behoorlijk bang voor. Laatst is er al een geweest en zijn vrouw heeft gedreigd dat als er nog een deurwaarder kwam, ze hem eruit zou schoppen. Guido weet maar een oplossing, bij Jacob om geld vragen. Jacob loopt voor zijn kantoortje heen en weer en er is verder niemand. Dan komt Guido eraan en begint meteen dat hij dringend geld moet hebben. Het bedrag is 7 gulden.

Jacob is niet van plan zoveel geld aan iemand te lenen. ‘Kom nou,’ dringt Guido aan en loopt het kantoortje binnen. ‘Er is toch zat geld hier? Anders is er toch wel iets dat ik kan verpanden, toch, zoals je horloge. Je kunt me toch wel even je horloge geven? Daar krijg ik minstens 14 gulden voor en eind van de week ga ik werken, dan krijg je het terug. Jacob wil zeker niet zijn horloge afstaan. Guido blijft aandringen en wordt vervelend. Hij begint te schelden en beweert dat iedereen een hekel aan hem heeft. Hij loopt naar de kas en begint aan de la te trekken. Jacob heeft er genoeg van en zet hem de deur uit. Hij doet de deur dicht, op slot en dan…

Loading full article...

bijzonder heftig zeg.
Wat een bijzonder verhaal.