Sinds er compassie is in mijn leven, is er een hoop veranderd. De manier waarop ik naar mezelf kijk en mijn situatie is zachter geworden. Het forceren, het volhouden en het doorbijten is niet meer zo op de voorgrond. Alhoewel ik daar nog wel de neiging toe heb; met name als ik me machteloos voel. De weerstand tegen machteloosheid en de daarop volgende handeling van “vechten tegen” dat wat is, kan nog steeds een eerste reactie zijn alhoewel ik mij steeds meer besef dat dit meer energie kost dan geeft. Meegaan in de stroom is een beter alternatief.

Compassie klinkt voor mij als iets warms en zachts, maar waarom zijn wij daar ook een beetje bang voor ? En hoe komt het dat we compassie zo weinig in ons dagelijks leven toepassen ? Waarom staat het hebben van oordelen en de hardheid die daaruit volgt op de eerste plaats ?

Als je compassie kunt voelen, kan dit een gevoel van kwetsbaarheid en het “niet weten” met zich meebrengen en we hebben als mens juist een enorme behoefte aan controle. Conclusies en overtuigingen, die we hebben over onszelf en over anderen geven ons het idee dat we “controle” hebben. Totdat je iets meemaakt wat je niet kunt begrijpen. Vanaf dat moment word je “gedwongen” om anders te gaan kijken naar dat wat er gebeurt.

Voor ons als mens en met name in de Westerse wereld is het tevens een uitdaging om compassie van anderen te ontvangen. We hebben de neiging om ons achter de “bekende muur” te verschuilen of ons terug te trekken. Er kan wantrouwen ontstaan, omdat je je niet kunt voorstellen dat iemand aardig doet zonder daar iets voor terug te verwachten.

Voor mensen kan het moeilijk zijn om compassie voor anderen te voelen of te zien, omdat ze niet kunnen zien wat een ander nodig heeft. Dit ontstaat doordat de ander een “masker” draagt of doordat iemand zich niet zo goed kan inleven in een ander. Een hoog gevoelig persoon ziet sneller dat er iets met iemand aan de hand is, maar haar valkuil kan zijn dat ze er teveel door “geraakt” wordt.

Loading full article...