Abrahm (deel 1)
De dooi is ingevallen. Net nu ik helemaal voorbereid ben op een superstrenge winter. Mijn halve kelder ligt vol met wolbolletjes en kilo's kussenvullingkapok, de andere helft met tulpenbollen. De wolvoorraad is aangelegd om lekkere warme vesten en truien van te breien, de kapok dient als vulling voor de tochtige spouwmuren en de bollen zijn ingeslagen op aanraden van mijn opa zaliger, die vertelde dat ze in de hongerwinter tijdens de tweede wereldoorlog met grote regelmaat bloembollen aten, een noodrantsoen is nooit weg. Nog maar te zwijgen van wat op zolder allemaal ligt, allerlei antivriesmiddelen.
De voorzorgsmaatregelen heb ik dus voor nop getroffen, ik heb er goed de pest in. Dan maar mijn improvisatietalent uitbuiten, en voor alles een gepast alternatief bedenken. Gaat vast lukken, mogelijk kan ik er iets aan hebben voor mijn werk als leerkracht. Ik raap wat spulletjes en goede moed bijeen en spring achter het stuur van mijn gewonnen auto, nog net op tijd realiseer ik me, dat zonder rijbewijs het niet geoorloofd is om een motorvoertuig te besturen. Hopelijk lukt het me om een lift te krijgen. In dit buitengebied is die enkel te versieren bij een boer op zijn tractor. Ik heb, zoals altijd, geluk.
‘Jongelui, centraal, centraal.’ Ik klap in mijn handen om de aandacht weer op mezelf te vestigen. Tegenwoordig is het bijna niet meer te doen. Voor de klas staan en de leerlingen bij de les te houden. Het valt de schooljeugd uiteraard bitter tegen dat ze geen ijsvrij krijgen, zo pal na de voorjaarsvakantie zijn ze daar natuurlijk zeker aan toe. Aljo kijkt constant naar buiten, zij wil vooral niets missen wat daar gebeurt. Alsof er iets bestaat wat interessanter is dan mijn les te volgen. Duh. Toch kijk ik ook stiekem zelf even, waar haar belangstelling naar uitgaat. De concierge is met een tuinschaar in de weer, met wel heel weinig kleren aan. De lente is hem waarschijnlijk in de bol geslagen, gezien zijn ontblote bovenlijf, er loopt een rilling over mijn ruggengraat. Is het walging of steels verlangen? Ik loop naar het raam en sluit de luxaflex.
Erg leuk geschreven en de steekwoorden knap verwerkt. Ik kijk uit naar deel 2!
Is trouwens helemaal niet erg, even wachten, want ik vermaak mij hier prima.
Verheug me op het vervolg.