Ik herken hem meteen, het zou ook onnozel  zijn wanneer ik mijn eigen vent niet meer herkennen zou. Zijn gezicht staat op onweer en ik weet dat het niets te maken heeft met de woedende herfststorm.

'Wat heb je me nu weer geflikt? Waarom kan jij nou nooit eens je gedragen als een normale vrouw?'

'Ssst,' fluister ik, 'Niemand heeft nog in de gaten dat ik achter mijn vermomming schuil ga.'

'Belachelijk! Ik ben me vanmorgen het apezuur geschrokken toen ik mijn gehavende baard zag in de spiegel.'

Loading full article...