Gevallen voor de overvaller
'Geef me je pincode,' dreigend staat de overvaller met bivakmuts op, voor me, hij heeft mijn bankpas gejat en wil me nu mijn pin ontfutselen. Ik sta te trillen op mijn benen, weet het zelf van de zenuwen niet eens meer. Hoe moeilijk kan het zijn om vier cijfertjes te onthouden. Mijn hersens kraken.
'Ik, ik weet het niet meer, eerlijk waar,' zweet parelt op mijn voorhoofd, mijn handen voelen klam aan. Ben ik te kwistig geweest met de handcrème vanmorgen? Ik stel mezelf wel vaker onbenullige vragen om mijn gedachten af te lijden van de penibele situaties die me overkomen.
Intussen kiepert de boef mijn handtas leeg om te kijken of er nog meer waardevolle spulletje inzitten. Er rolt een viltje over de grond, en een hele reeks tampons. Ik krijg het Spaans benauwd, plots herinner ik het me weer. Ik heb het op dat viltje geschreven, de pen was bijna leeg, dus ik moest wel een indrukbare ondergrond hebben. Ik wil me bukken, maar zijn ijzige stem weerhoudt me.
'Geen geintjes!' waarschuwt de man. Hij neemt zijn bril met donkere glazen even af en kijkt me met staalblauwe ogen aan, dan verschuilt hij zijn kijkers weer.