Kijk uit!
Daar is het gebeurd. Daar. Ik herken het meteen. Voel de splinters van de ongeschaafde stoel nog in mijn billen steken. Het rook er toen ook al zo naar verrot hout. Al was het meer het verrotte wat ik me herinner. Minder het hout.
Uitkijken heeft sinds die tijd een geheel andere lading voor me gekregen. Ze gingen het om de beurt doen. De ploerten. Op de uitkijk staan, waarschuwen wanneer er iemand langs kwam lopen om ervoor te zorgen dat ik op dat moment niet om hulp kon gaan roepen. Hoe onmachtig voelde ik me. Mijn vuist balt zich bij de gruwelijke herinnering. Ik slik mijn verbittering weg, recht mijn rug en loop over het pad weg. Weg van de wraakgevoelens, ik moet het achter me laten, verwerken. Revanche helpt daar niet bij , het geeft slechts een korte genoegdoening.