Steun uit onverwachte hoek
Het was zo donker dat ik geen hand voor ogen kon zien. Op de tast zocht ik naar een lichtknopje, maar toen ik dat eenmaal gevonden had, schoot ik daar ook niet veel mee op. Oké, het licht ging aan, maar niet in mijn gedachten. Daar was het nog altijd pikkedonker. Radeloos werd ik ervan, steeds dieper in het duistere gat viel ik. Was er dan echt geen oplossing te vinden? Moest ik dan altijd zo doorgaan, aanmodderen met de weinige middelen die me aangeboden werden?
'Ga naar buiten, de buitenlucht zal je goeddoen, dat is altijd het beste medicijn, adem in, adem uit.'
Mijn benen begaven het tijdens het wandelen, mijn rug brak tijdens het fietsen, mijn armen verslapten tijdens het zwemmen. Ik vluchtte naar binnen, mijn veilige haven, al was het er nog zo duister, ik was niet klaar voor buiten.