Wazige wartaal
Mijn dochter geeft een gil. 'Au, dat is heet!'
'Hoe vaak heb ik je al niet gewaarschuwd niet met vuur te spelen.'
'We speelden niet met vuur. We speelden winkeltje. Het is de schuld van de klant,' beweert zij, en wijst naar de hoek, waar een teddybeer zit. 'Die trok de kwaliteit van de lucifers in twijfel. Ik heb het tegendeel bewezen door er eentje af te steken.'
Nog enigszins verbaasd door haar volwassen taalgebruik, trekt er een waas voor mijn ogen. Er is geen mist voorspeld, dus zal het wel aan mijn bril liggen. Het is al even geleden dat ik mijn glazen opgepoetst heb. Mijn bril lijkt op dit moment eerder matglas glazen te hebben. Ik neem hem van mijn neus en wrijf met de punt van het tafelkleed stevig over het matglas. Het wordt er niet echt beter op. De wazige beelden blijven bestaan. Zit het wellicht in mijn hoofd? Mijn brein is wel vaker vertroebeld.