Zinderende hunkering
Zomer is moordend. Vakantie moet ontspanning brengen, maar ik ben uitgeput. Mijn lippen zijn gebarsten, de wangen ingevallen, mijn hele lijf rimpelt en zelfs het vocht van de parelende zweetdruppels verdampt. Ondanks liters opgedronken water, ben ik de uitdroging nabij. De hitte verdrijft de flonkerende sterrenpracht bij nacht. Enkel een sluierende waas resteert. De zee zindert in plaats van verkoeling te verschaffen. De stoom die vlak boven de bruisende golven hangt geeft aan dat het kolkende oceaanwater tegen kookpunt aanzit.
'Het eindpunt is nabij, de wereld vergaat, weldra stoot ik mijn laatste adem uit,' verzucht ik.
'Tut tut, niet zo melodramatisch,' reageert mijn echtgenoot.
'Nee echt, ik weet niet meer van voren dat ik van achteren nog leef.'