De eerste keer
Het was een drukte van jewelste in het grote sprookjeskasteel. Van alle kanten liepen kabouters bedrijvig heen en weer. De één met slingers, de ander met ballonnen en weer een ander met schalen vol met gebak. Het zou een gebeurtenis worden als nooit tevoren, iets waar de kabouteropa’s over duizend jaar nóg over zouden vertellen aan hun kabouterkleinkinderen. Tenminste, dat was de mening van de jeugdige voorstanders van het nieuwe plan.
Op een bankje in de grote paleistuin zaten twee oude kabouters te kijken naar al het gedoe en geregel.
‘Wat een drukte.’
‘Zeg dat wel.’