Hijg hijg. Puf puf.
Karel de krab steekt zijn nieuwsgierige neus uit het zand en kijkt naar Katja de kreeft die met haar tong uit haar bek langs de zee rent.
‘Wat ben je aan het doen?’ roept hij naar de waggelende kreeft. ‘Aan het oefenen voor de marathon?’
Katja draait zich om, hijgt even uit en zegt: ‘Ik verzorg mijn uiterlijk.’
‘Ik snap er niks van,’ zegt Karel.
‘Het is een vrouwending,’ legt ze uit. ‘Ik wil er gewoon mooi uit zien.’
‘Voor wie dan?’
‘Voor mezelf! Nou goed,’ puft Katja.
Karel haalt zijn krabbenschouders op. ‘Je zoekt het zelf maar uit. Ik duik de zee in.’
Katja gaat verder met de volgende oefening. Kniebuigingen. En dat valt niet mee voor een kreeft. Na twintig keer op en neer geeft ze het op en valt doodmoe in het zand. Daarna sleept ze zichzelf met moeite naar de zee om wat eten te zoeken.
De volgende dag vindt Karel haar uitgeteld op het strand. ‘Leef je nog?’ informeert hij voorzichtig.
‘Ooooooh, ik heb zo’n spierpijn,’ kreunt Katja.
‘Eigen schuld,’ zegt de krab. ‘Geef je het nu op?’
‘Nooit! Een kreeft geeft nooit op. Ik moet alleen een nieuwe sport vinden, dat is alles.’
Katja kijkt om zich heen en ziet een kleine plank liggen op het strand. Ze schuifelt er naar toe en bekijkt het ding van alle kanten. Dan verschijnt er een brede glimlach op haar kreeftenkop.
‘Ik heb een idee!’ roept ze enthousiast.
‘Nou, laat maar horen,’ zegt Karel kalm.
‘Ik ga surfen,’ zegt Katja.
‘Smurfen?’
‘Nee, ik zeg toch surfen!’
‘In zee?’
‘Natuurlijk in zee,’ zegt Katja. ‘Waar anders?’
Ze laat zich niet meer van de wijs brengen, pakt de plank tussen haar scharen en kruipt de zee in. Daarna springt ze op het stuk hout en laat zich met de stroom meevoeren. Maar bij de eerste golf gaat het al fout: ze wordt van de plank gezwiept en duikt onder in het water.
Karel staat er hoofdschuddend bij te kijken. Een kreeft die probeert te surfen. Zo gek heeft hij het nog niet meegemaakt.
Toch geeft Katja niet op. Keer op keer kruipt ze op de plank om er daarna weer vanaf te duikelen. Als de middag bijna voorbij is, sleept ze zichzelf het strand op en valt plat op haar neus voor Karel neer.
‘Wil je me helpen?’ smeekt ze hem.
‘Hoe dan? Een krab kan ook niet surfen,’ zegt Karel.
‘Wil je samen met mij op de plank staan?’ vraagt Katja. ‘Twee kunnen soms meer dan een.’
Daar moet Karel over nadenken. ‘Is dat niet te krap?’ vraagt de krab.
‘We kunnen het toch proberen,’ zegt Katja.
En dus klimt de krab bij de kreeft achterop om samen een grote golf te pakken. En het lukt!
Als echte surfers bewegen ze door het water, vloeiend en sierlijk als een vogel in de lucht. Het gaat zelfs zo goed dat ze elke dag opnieuw de golven opzoeken.





Loading full article...