De kroonjuwelen
Vanuit mijn ooghoeken peil ik hem. Schichtig blikt hij over mijn schouder. Heeft hij het gezien? Vermoed van wel. Het schrapen van zijn keel negeer ik. Negeren, daar ben ik een kei in. Het maakt hem onzeker en nog angstiger voor het onvermijdelijke. Wanneer ik eenmaal los ga…
Mijn glimlach stelt hem niet gerust. Alsof hij instinctief weet wat hem te wachten staat. Een zware maand. Dat zeker. Ik sluit het tabblad af en draai me om.
‘Heb je meegekeken?’
‘Waarnaar?’ Zijn stem slaat over, zijn ogen ontwijken de mijne. Ik weet genoeg.
Comment with a minimum of 10 words.