De mens is een dier
Voor sommige mensen zal het als een schok komen, maar de mens is een dier.
Een groot percentage van de mensen accepteert het niet, of alleen in theorie. Maar om te begrijpen hoe ons liefdesleven of onze politiek werkt, zul je toch echt de mens als diersoort moeten bestuderen, in samenhang met andere dieren.”
Wij mensen beschouwen onszelf als uitzonderlijke wezens, die fundamenteel verschillen van andere dieren. Maar in de laatste vijftig jaar hebben wetenschappers steeds meer bewijzen vergaard die op de intelligentie van talloze niet-menselijke diersoorten wijzen. Zo breken wipsnavelkraaien kleine takjes af om er insectenlarven mee uit boomstammen te vissen. Octopussen lossen puzzels op en schermen de ingang van hun leger af door er stenen voor te leggen.
Er bestaat dus geen twijfel meer over de indrukwekkende cognitieve vermogens van veel diersoorten. Maar gaat het daarbij om méér dan instinctieve processen die louter berusten op de drang tot overleving en voortplanting? Wat gaat er in dieren om? Net als wij voelen ze verdriet en willen plezier maken. Ratten laten sympathie blijken, orka’s rouwen om hun doden en apen protesteren tegen onrecht. Wetenschappers ontdekken dat ook andere soorten over een complex gevoelsleven beschikken. Ook menselijke angsten zijn uit het dierenrijk afkomstig.Een mensenkind dat haar moeder kwijtraakt is bang, net als een stekelvarken- of giraffenkind. Achter die angst zit een evolutionair gegeven: een verloren babystekelvarkentje overleeft niet in het wild. De mens heeft dus baat bij verlatingsangst, om te overleven.