De olifant en het rattenjong
Ze liep stilletjes achteruit.
Het wezen staarde haar aan.
Angst maakte zich van haar meester.
Het kleine meisje vroeg het zo lief. “Krijg ik die knuffelmuis, alsjeblieft?”
De grote zus van het kleine meisje stond er naast.
Zijzelf was de enige om antwoord te geven. Antwoord aan het kleine meisje met de grote zus.
Het was haar knuffelmuis.
Zelf was ze eigenlijk niet veel groter dan het kleine meisje.
Maar oh zo onzeker.
Ze durfde geen neen te zeggen.
“Eh, eigenlijk is die van mijn broertje” loog ze.
Het kleine meisje en de grote zus inen samen naar de woonkamer, waar de ouders zaten.
Ze volgde hen de woonkamer in en probeerde nog met een smekende blik richting haar moeder een uitweg te vinden.
Ze wou die knuffel helemaal niet afstaan, maar hoe vaak had ze al niet gehoord dat ze er eigenlijk te groot voor was geworden? Ze was immers al 9!
Te groot voor knuffels, poppen, blokken, speeltuinen,… Niet zo kinderachtig doen!
De meisjes vroegen het de moeder. “Van wie is die muis? Mogen we hem hebben?”
De moeder had de blik in de ogen van haar dochter wel gezien.
Ze haalde haar schouders op. “Oh die is van mijn dochter, moet je haar maar vragen.”
Het onnozele wicht die toch geen neen kan zeggen. Die zotte klein, dat domme kalf. De dikke molle.
Nu zonder knuffelmuis.