De Penrose-trap is een optische illusie en een onmogelijk voorwerp bedacht door de Britse wis- en natuurkundige Roger Penrose in 1958. Dezelfde trap was al eerder bedacht door de Zweedse kunstenaar Oscar Reutersvärd, maar was buiten Zweden niet bekend.

Op de trap lijk je een rondje omhoog (of omlaag) te kunnen lopen en dan kom je weer op dezelfde traptrede terecht. In drie dimensies is het dus een onmogelijke figuur, die is ontstaan door in de (twee-dimensionale) tekening te spelen met het perspectief.

De trap van Penrose is het bekendst geworden in de litho Klimmen en Dalen (1960) van de graficus M.C. Escher.

 De trap is daar onderdeel van een kloostercomplex, waar de monniken in twee richtingen op de trap lopen. Ook in  Waterval  (1961) gebruikt Escher dit idee.

Loading full article...

Heb over Escher ooit nog een spreekbeurt gehouden. Groot graficus.
Wat verzinnen mensen toch bijzondere dingen.
Dat is wat je noemt 'mind-boggling'
Vond het altijd erg bijzonder..je bleef er naar kijken
Ik moest ook meteen aan Escher denken. En droom soms van zo'n soort trap.
Best knap als je zo kunt tekenen!
Ik heb verschillende boeken van Escher en de trap blijft boeien