De boerderij, ook de biologische, is valse romantiek. Volgens schrijver en zoöloog George Monbiot kunnen dieren noch gewassen de mensheid blijven voeren. We moeten kunstmatig voedsel gaan kweken.

Landbouw is 's werelds grootste oorzaak van de vernietiging van het milieu - en waarover we het minst bereid zijn te praten. We hebben kritiek op de stadsuitbreiding, maar de landbouw strekt zich uit over dertig keer zoveel land. We hebben grote delen van de planeet omgeploegd, omheind en begraasd, bossen gekapt, wilde dieren gedood en rivieren en oceanen vergiftigd om onszelf te voeden. Toch lijden miljoenen nog steeds honger. Nu begint het voedselsysteem zelf te haperen. Maar zoals George Monbiot ons laat zien in dit briljante, verkwikkende originele nieuwe boek, kunnen we de grootste van onze dilemma's oplossen en de wereld voeden zonder de planeet te verslinden. Regenesis is een adembenemende visie op een nieuwe toekomst voor voedsel en voor de mensheid. Op basis van verbazingwekkende vooruitgang in de bodemecologie onthult Monbiot hoe ons veranderende begrip van de wereld onder onze voeten ons in staat zou kunnen stellen meer voedsel te verbouwen met minder landbouw.

Hij ontmoet de mensen die deze methoden ontsluiten, van de groente- en fruitteler die een revolutie teweegbrengt in ons begrip van vruchtbaarheid; door kwekers van meerjarige granen, het land te bevrijden van ploegen en vergiften; aan de wetenschappers die nieuwe manieren bedenken om eiwitten en vetten te kweken. Samen laten ze zien hoe de kleinste levensvormen ons kunnen helpen vrede te sluiten met de planeet, haar levende systemen te herstellen en het tijdperk van uitsterven te vervangen door een tijdperk van regeneratie.

De groei van het aantal dieren in de bio-industrie vormt ons grootste probleem, vindt George Monbiot. Volgens schrijver en zoöloog George Monbiot kunnen dieren noch gewassen de mensheid blijven voeren. We moeten kunstmatig voedsel gaan kweken. De boerderij, ook de biologische, is valse romantiek. Het is in het Nederland van Mark Rutte niet moeilijk om strategisch gebruikte elementen van deze idylle (lachende varkentjes of koetjes op veewagens, verpakkingen van kaas en vleeswaren en reclameborden van slagers en kaaswinkels. Of in kinderboerderijen en prentenboeken die ons het bucolische verhaal over boeren van jongs af aan inprenten) van terug te vinden in de boerenprotesten die het land teisteren.

Het narratief van sappelende middenstanders die vermalen worden door een onbetrouwbare staat, die het beste voor hebben met dier en natuur en ons van prachtig, gezond en duurzaam voedsel voorzien kan onder veel Nederlanders op sympathie rekenen. En dat komt niet alleen doordat men de afkeer van de politiek, om welke reden ook, met de boerenbeweging deelt. Maar ook doordat dit narratief resoneert met de diepgewortelde culturele clichés waarmee wij het boerenbedrijf beleven.

Wij denken traditionele, bijna natuurlijke activiteiten te zien. We beseffen niet dat we kijken naar hypermoderne, zwaar schuld gefinancierde industriële bedrijvigheid die onderdeel is van wereldomspannende productieketens die op hun beurt worden gedomineerd door multinationals waar alles draait om winstmaximalisatie, en die dus vreemd is aan wat we de ziel van natuur zouden kunnen noemen. In de mist die het wereldomspannende voedselsysteem zo kwistig verspreidt wordt het vervolgens mogelijk de werkelijkheid van de bio-industrie aan het zicht te onttrekken en de arcadische idylle uit ons collectieve bewustzijn zijn werk te laten doen.

Loading full article...