De sledehondensport werd in de jaren 60 ook in Europa geïntroduceerd, vooral in Duitsland, Italië , Oostenrijk, Polen en Rusland.In Nederland en België doen ook mensen mee aan deze sport. Er zijn momenteel ongeveer 250 teams actief. Omdat in onze land sneeuwt niet veel , gaan ze trainen met een lichte aluminium kar met wielen. Er zijn minimaal drie honden nodig om de kar te trekken. Als de kar zwaarder is zijn er meer honden nodig. In Nederland worden ook karrenwedstrijden gehouden. De wedstrijden zijn onderverdeeld in verschillende categorieen, afhankelijk van het ras, aantal honden en aantal kilometers.

Rassen 

Belangrijkste eigenschappen voor deze sport zijn kracht, snelheid en uithoudingsvermogen. Er zijn ook honden die speciaal gefokt zijn voor deze sport. In Nederland zijn er vier erkende rassen gebruikt voor de sledehond sport.

  • Siberische Husky: populair in Midden- Europa. Deze ras kan grote afstanden maken op een hoge gemiddelde snelheid, met een redelijk lichte belasting.
  • Samojeed: Niet zo snel als een Siberische Husky, hij kan een beetje van alles doen. In het verleden waren deze honden ook gebruikt als hoeder van rendieren.
  • Groenlandhond: Deze honden waren gebruikt voor zware sledehondenwerk en voor de jacht door eskimo's. Ze kunnen tegen heel lage temperaturen en zeer barre leefomstandigheden. 
  • Alaskan Malamute: Een grote, sterke hond, met een heel vriendelijk karakter. Hij kan niet snel rennen, maar hij is de meest geschikte raas voor het trekken van zware vrachten.
De Alaskan Husky is niet een erkende ras, maar word ook steeds meer gebruikt als sledehond omdat hij is heel snel en sterk.

Loading full article...